Volgend jaar is het 50 jaar geleden dat Procol Harum met A Whiter Shade Of Pale popmuziek een nieuwe weg liet inslaan. Pop geïnspireerd op klassieke muziek, dat was iets nieuws. Volgens Gary Brooker was het geen vooropgezet plan. Het gebeurde gewoon.
“Oh my god, vijftig jaar, dat klinkt wel als heel lang geleden hè?”, reageert Gary Brooker als hem naar het jubileum wordt gevraagd. “Nou ja, het ís ook lang geleden. Er is veel gebeurd in die periode.”
Deze week viert Gary Brooker zijn 71e verjaardag, maar de componist van één van de beroemdste popsongs allertijden maakt nog altijd een montere indruk. Tenminste, als je niet te veel doordramt over de oorspronkelijke bezetting van Procol Harum. Dan wordt de toon iets grimmiger.
“Of we het vijftig jarig bestaan gaan vieren? Ik heb nog geen idee. Hoe zou dat er dan uit moeten zien?” stelt Brooker als tegenvraag. Wat dacht hij van een jubileumconcert in de Royal Albert Hall. In de originele bezetting. “Hmm, interessante gedachte. Maar hoe doen we dat dan met drummer B.J. Wilson? Hij is vijfentwintig jaar terug al overleden.”
Waarmee Brooker fijntjes duidelijk maakt dat die oorspronkelijke bemanning van Procol Harum nooit meer bij elkaar komt. En dat heeft niet alleen met het wegvallen van hun drummer te maken. A Whiter Shade Of Pale, de monumentale millionseller die de band uit Londen in ’67 onsterfelijk maakte, leidde tien jaar geleden tot een rechtszaak tussen Brooker en organist Matthew Fisher. De laatste claimde de fameuze melodie op het Hammondorgel en eiste een deel van de royalty’s op. Hij werd in het gelijk gesteld. De breuk tussen Brooker en Fisher was definitief.
Gary Brooker houdt vol dat hij de enige componist van het lied is. “Keith Reid en ik schreven vrijwel alle liedjes voor Procol Harum. Ook A Whiter Shade Of Pale.” Keith Reid schreef de raadselachtige teksten bij de barokke popmelodieën van Brooker.
“Ik luisterde veel naar zwarte Amerikaanse muziek, maar ook naar jazz en klassiek. Op een bepaald moment had ik Air van Bach in m’n hoofd en die gedragen sfeer vertaalde ik naar A Whiter Shade Of Pale. Het gebeurde gewoon. Ik refereerde vaker in mijn composities naar klassieke muziek. Voor het nummer Kaleidoscope op het eerste album van Procol Harum gebruikte ik een gedeelde uit de suite The Planets van Gustav Holst. Klassieke muziek was voor mij een belangrijke inspiratiebron.”
Zonder dat Brooker het besefte, werd hij met Procol Harum de wegbereider van wat later symfonische rock genoemd zou worden. Met lange nummers die soms twintig minuten duurden, gesproken teksten en complexe melodieën zette Procol Harum een trend. En dat wekte de belangstelling uit een onverwachte hoek.
“In ’71 werden we uitgenodigd om in Canada met het Edmonton Symphony Orchestra en de Da Camera Singers te komen spelen. Procol Harum was de eerste rockband die met een orkest en een koor op het podium stond. Onze muziek leende zich daar goed voor. De opnames van het concert werden gebruikt voor een album, dat een groot succes werd. Songs als Conquistador, A Salty Dog en de suite In Held ‘Twas In I kwamen schitterend uit de verf.”
In de jaren zeventig maakte Procol Harum nog prachtige platen als Broken Barricades (’70) en Grand Hotel (’73), maar Something Magic (’77) markeerde het einde van een tijdperk.
“Punk en disco kwamen toen op. En wij hadden net een plaat uitgebracht met uitgesponnen, atmosferische nummers. We beseften dat de tijden waren veranderd. Het betekende het einde van Procol Harum.”
Vooral de punkgolf stond haaks op de epische rock van Brooker en de zijnen. “Dat kun je wel zeggen ja. Punk stond voor alles wat lelijk was. Ze deden het tegengestelde van wat wij met onze muziek voor ogen hadden. Punk haatte alles wat mooi en goed was. Ik vond die muziek vreselijk. Nog steeds trouwens.”
Gary Brooker startte een solocarrière en had met No More Fear Of Flying zelfs een hit in Nederland. In de tussentijd deelde hij het podium met bevriende grootheden als Eric Clapton, Paul McCartney en Ringo Starr. Toen de jaren tachtig waren uitgeraasd, ontwaakte Procol Harum onverwacht uit haar comateuze toestand.
Inmiddels toert de band alweer een kwart eeuw door de VS en Europa. Met Gary Brooker als laatste originele bandlid (hoewel Keith Reid als tekstschrijver op de achtergrond altijd verbonden bleef met de groep). De poppetjes zijn veranderd, maar Procol Harum heeft haar karakteristieke stemgeluid altijd behouden.
“Het zingen gaat nog steeds prima. Dat moet ook, want ik vind het belangrijk dat die mooie songs goed gezongen worden. Soms zit het even tegen. Een paar weken geleden speelden we in Londen en ik miste de laatste noot van A Salty Dog. Man, wat voelde ik me ellendig.”
Procol Harum met Gary Brooker: De Kubus Lelystad 27 mei.