Tussen allerlei jonge rock- en dance-acts prijkt de naam The Animals. Pardon?! Wat doet deze stokoude Engelse band op het hippe Pedro Pico Pop festival in Raalte?
Nee, John Steel heeft geen idee wat hem op Pedro Pico Pop te wachten staat, maar geamuseerd luistert hij naar de beschrijving van het trendy evenement. “Klinkt goed”, zegt ie. “We spelen vaak op festivals waar veel jonge bezoekers komen. En het is altijd weer bijzonder om te merken dat de muziek die wij bijna 65 jaar geleden op de plaat hebben gezet nog steeds zoveel losmaakt.”
Van een generatiekloof wil de drummer niks weten. “Welnee, nummers als The House Of The Rising Sun, Don’t Let Me Be Misunderstood en We Gotta Get Out Of This Place brengen juist generaties bij elkaar.”
Met Eric Burdon, Alan Price, Hilton Valentine en Chas Chandler stond Steel aan de basis van de legendarische Animals. Ze vielen op door hun opwindende rhythm & blues geluid. “We kwamen uit het noorden van Engeland. Een streek waar veel zware industrieën gevestigd waren. Mijnen, scheepswerven, machinebouw – een perfecte voedingsbodem voor blues en rock ’n roll. Ook luisterden we naar jazz en The Everly Brothers.”
“Samen met The Beatles en Rolling Stones behoorden we in de vroege jaren zestig tot de top drie van de Britse pop. Natuurlijk kwam dat door het rauwe stemgeluid van Eric Burdon, maar ook door het orgeltje van Alan Price. Dat was tamelijk uniek, wij waren meer dan een gitaarband.”
Na de gigantische successen in Europa en Amerika, brokkelde het Animals-bouwwerk langzaam af. Eerst vertrok Price, een jaar later gevolgd door John Steel. “Het werd me allemaal te veel. Door de enorme druk van de platenmaatschappij bestond ons leven uit toeren, optreden, studiowerk en interviews doen. We werden geleefd. Bovendien was er sprake van mismanagement. Al ons zuur verdiende geld verdween in de zakken van de verkeerde mensen. Ik denk dat veel Animals-geld naar de Bahama’s is gegaan”, klinkt het cynisch uit zijn mond.
Drie keer kwam de originele band weer bij elkaar. In ’83 gebeurde dat voor het laatst. “Dat ligt aan Eric”, verzucht Steel. “Eigenlijk wilde hij altijd al onder zijn eigen naam optreden. Eric wilde een ster worden. Later probeerde hij het als Eric Burdon & The Animals en daarna als Eric Burdon & War. Zijn sologang verliep met ups en downs en iedere keer als hij aan de grond zat, klopte hij bij ons aan. Dan was er weer een reünie.”
Steel verwacht niet dat de originele Animals ooit nog bij elkaar zullen komen. “Dat kan ook niet. Onze bassist Chas Chandler, die later faam zou maken als manager van Jimi Hendrix, is jaren geleden overleden. Maar Price en Valentine zouden best willen – het is Burdon die het tegenhoudt.”
Aangezien Steel de rechten op de bandnaam verwierf, treedt hij met Mick Gallagher (toetsen), Roberto Ruiz (bas) en Danny Handley (zang en gitaar) als The Animals op. “Natuurlijk zijn er fans die zeggen: dat is de originele band niet. Tijdens optredens zie je ze dan staan, sceptisch met de armen over elkaar. Maar na drie nummers zijn ze om.”
Hoe groot de impact van The Animals op de popmuziek is geweest, werd duidelijk toen niemand minder dan Bruce Springsteen tijdens een speech duidelijk maakte hoe deze band hem had beïnvloed. “Ja, dat was geweldig om dat uit de mond van zo’n ster te horen. Hij speelde op een akoestische gitaar een deel van onze nummers en legde een link naar zijn muziek. Dan besef je pas wat we hebben neergezet.”
Dit jaar is Steel 76 jaar geworden, maar aan stoppen denkt hij niet. “Zo lang het kan, ga ik door. De muziek, de shows – ze geven me zoveel energie. Echt, ik voel me 35. The Animals houden me fit!”
The Animals zijn te zien op Pedro Pico Pop in Raalte, zaterdag 24 juni.