Hij was de stem van Fine Young Cannibals. Roland Gift gaf wereldhits als She Drives Me Crazy en Good Thing een heel eigen karakter. Deze maand toert hij door Europa met eigen songmateriaal, maar ook met de successen uit de roerige jaren tachtig.
“Het vreemde is dat je snel went aan bijzondere situaties. Extreme omstandigheden waar je nu de wenkbrauwen bij optrekt, vond ik toen heel gewoon.” Roland Gift zit thuis in Londen en bereidt zich voor op de tournee die hem door Europa zal voeren. Aan de telefoon blikt de 54-jarige zanger terug op de hoogtijdagen van Fine Young Cannibals. Zo’n dertig jaar geleden alweer. “Het was soms echt een gekkenhuis. We reisden enorm veel, deden overal televisieshows en interviews. Er waren dagen dat ik niet meer wist in welk land ik was. Op die momenten voelde je dat het tijd werd om naar huis te gaan. Te resetten. Natuurlijk, we werden geleefd, maar we hadden vooral veel lol.”
Bedachtzaam komen de woorden uit Gifts mond. Soms vallen er stiltes. Alsof het verleden weer langzaam boven komt. “We hadden een manager die knettergek was. Hij nam ons af en toe mee de Londense clubscene in. Iedereen kende hem. Het leek alsof je met John Travolta op stap was. De avonden kwamen gemoedelijk op gang, maar eindigden altijd in dwaze cocaïnenachten. Jaren later is hij aan een overdosis overleden.”
Het succes van Fine Young Cannibals kwam onverwacht. Gitarist Andy Cox en bassist David Steele waren opgestapt uit de Britse skaband The Beat en zochten een nieuwe uitdaging. Bij de zoektocht naar een zanger stuitten ze op Roland Gift. “Ik had met mijn vorige band weleens in het voorprogramma van The Beat gestaan. Zodoende belden ze mij en vroegen of ik zin had om eens wat nieuws uit te proberen.” Dat gebeurde en al snel werd duidelijk dat ze met iets interessants bezig waren.
“We werkten enkele liedjes uit en realiseerden ons dat ze uniek klonken. Zoiets is een ongrijpbaar proces. Je kunt niet beredeneren, niet van te voren bedenken. Het moet ontstaan. De juiste mensen op het juiste moment. Prettig was dat Andy en David mij als gelijke zagen, terwijl dat niet zo was. Zij hadden al een behoorlijke staat van dienst.” Cox en Steele hoorden ongetwijfeld potentie in Gifts stem.
“Van een buurvrouw kreeg ik ooit een paar platen van Otis Redding. Ik kende hem van nummers als Mr. Pitiful, maar die albums maakten een diepe indruk op me. De soul in zijn stem vond ik fantastisch.” De invloed van Otis Redding keerde terug in de sound van Fine Young Cannibals. Hun muziek ontwikkelde zich tot een dansbare mix van new wave, rock, soul en jazz. Tot verrassing van de bandleden sloegen nummers als Johnny Come Home, I’m Not The Man I Used To Be en de Elvis-cover Suspicious Minds wereldwijd aan. She Drives Me Crazy en Good Thing werden zelfs nummer-één-hits.
Toch eindigde het verhaal na twee albums. Volgens Gift lag dat aan de te hoge verwachtingen. “Na twee succesvolle albums verwachtte iedereen dat de volgende plaat minstens dubbele verkoopcijfers zou halen. Vanuit de platenmaatschappij werd de lat steeds hoger gelegd. De cijfers werden belangrijker dan de muziek. Daardoor konden we dingen niet meer doen, zoals wij dat wilden. Het hield gewoon op.”
Roland Gift stortte zich op een acteercarrière en speelde in films en tv-series. Tussendoor maakte hij een soloalbum, dat niet de aandacht kreeg die het verdiende. “Ook hier speelde de platenmaatschappij een dubieuze rol. Ik stond nog onder contract, maar ze wilden me eigenlijk niet. Vreemd genoeg wilden ze me ook niet laten gaan. Het was een patstelling die de plaat de das om deed.”
Inmiddels is hij van dat vermaledijde contract af en maakt hij plannen voor een nieuw album. “Return To Vegas gaat ie heten. Hij moet volgend jaar uitkomen.”
En Fine Young Cannibals? “Nee, die komen niet meer bij elkaar. Andy spreek ik nog regelmatig, maar David heb ik nooit meer gezien. Een reünie zou niet oprecht zijn. De lol van toen komt niet terug.”
Roland Gift is te zien: Hedon Zwolle, zondag 13 maart.