Loading...
Interviews

Succesvolle rockband Paceshifters houdt het hoofd koel

Foto Gerard Vrakking
Foto Gerard Vrakking

Vrijdag 26 september presenteert de Wijhese rockband Paceshifters het derde album Breach. De voorverkoop van de releaseparty in poppodium Hedon gaat als een speer, de eerste reacties op het album zijn lovend. De drie jonge twintigers zijn er blij mee, maar laten zich de kop niet gek maken. “We hebben nog een lange weg te gaan.”

Het is zaterdagochtend elf uur. De broers Paul (24) en Seb Dokman (21) zitten aan de grote tafel in de huiskamer. Moeder Willeke maakt broodjes klaar in de keuken, manager Frank van Lunteren checkt beurtelings zijn mobiel en laptop. Zo nu en dan stuurt hij een berichtje. “Sinds de oprichting ben ik de regelaar van de band. Ik run een eigen bedrijf en heb daardoor flexibele werktijden. En dat is maar goed ook, want er gaat best wat tijd in het management zitten.”

Zes jaar bestaat de band nu. Van kinds af aan hebben Paul en Seb interesse in rockmuziek. Ze ontdekken al vlot de gitaar en gaan op les. Maar de goedbedoelde gitaarlessen hebben een averechts effect. “Moest je liedjes spelen als Vader Jacob”, herinnert Seb zich, “dat was niks voor ons.” Gitaarrock van Pearl Jam en Nirvana, dat is wat de knapen aanspreekt. Na vele autodidactische experimenten en gerommel in verschillende bandjes, worden de zaken vanaf ‘08 serieus aangepakt. Paceshifters moet het vehikel worden, dat een baan bij een baas overbodig maakt. “Maar zover is het nu nog niet”, lacht Van Lunteren.

Deze dag, vier weken voor de albumpresentatie, staat eerst een optreden op de Stöppelhaene in Raalte op het programma, waarna de reis verder gaat naar Limburg voor een show in de avonduren. Een volle dag, maar in huize Dokman heerst een relaxte sfeer. De bus is reeds in gepakt, de setlist is gisteravond al samengesteld. Drummer Jesper Albers heeft vannacht gelogeerd bij de Dokmannetjes. “Heeft iemand een tandenborstel voor me? Ik ben de mijne vergeten.” Albers is sinds een jaar bij de band.

Met Koen Klarenbeek achter de drumkit levert Paceshifters twee albums af: One For The Road (’10) en Home (’12). De platen krijgen een enthousiast onthaal bij publiek, pers en collega-muzikanten. Iedereen lijkt overtuigd van de potentie van het drietal. Maar in de tussentijd ebt de chemie tussen de broers en hun drummer weg. Uiteindelijk pakt Klarenbeek zijn biezen, waarna de 23-jarige Albers zijn plek inneemt.

De rit naar Raalte in de bejaarde Mercedesbus zit er binnen een half uur op. Onderweg vertellen de drie over hun optreden dit jaar op Pinkpop. “Dat was voor ons een grote verrassing. Ze hadden een nieuw podium en zochten daar bands voor. Of wij misschien zin hadden.” Ze hebben er nog pret om. Ja, wie wil er nou niet op Pinkpop staan? Dat is toch de droomplek van iedere band? Maar ook in dit geval toont het trio zich weer van een nuchtere kant. “Oké, Pinkpop was mooi, maar nog mooier lijkt ons een eigen clubtour. En eerlijk gezegd, ons optreden op Zwarte Cross een paar weken later was beter dan in Landgraaf.” Die clubtour gaat er komen. Voorlopig zijn er zeven shows gepland: de eerste in Zwolle, de laatste in het Amsterdamse popwalhalla Paradiso.

Maar eerst moet de Stöppelhaene naar de hand worden gezet. Bij aankomst op de parkeerplaats achter het podium snuiven de heren direct de sfeer van het Raalter oogstfeest op. Uit de tent waar straks de brute gitaarrock van de Paceshifters zal huishouden, stijgen nu nog de olijke klanken van het Bloazersfestival op. Het contrast kan niet groter. Lachend lopen Paul, Seb en Jesper naar het met bloembakken opgesierde podium. Het decor waar ze straks voor moeten spelen, lijkt op dat uit een boerenklucht. Bizarre omstandigheden, maar zelfs die krijgen de bandleden niet uit hun evenwicht.

Op het nieuwe album Breach gaat Paceschifters terug naar de jaren negentig, de periode waarin Seattle en grunge richtinggevend zijn op muziek- en modegebied. De band voelt zich senang binnen dit idioom. De single Drone weerspiegelt de contouren van dat tijdsgewricht: gruizige gitaarlicks, vlijmscherpe vocalen, bonkende beats. Toch vervalt de band niet in vruchteloze na-aperij. Variërende klankkleuren en tempowisselingen geven de elf tracks, die in sommige gevallen tot zeven minuten worden opgerekt, een eigen smoelwerk.

Nadat de dweilorkesten het veld hebben geruimd en de bloembakken zijn weggehaald, krijgt het podium met de robuuste Orange-versterkers, het zilverkleurige Ludwig drumstel en zwarte Paceshifters-backdrop een rockwaardiger aanblik. Openingsnummer Drone zuigt de tent vol. Vervolgens speelt het trio maar liefst acht nieuwe songs. Fields (Of Nothing), Nothing You Can Do, I’ll Get By – ze worden zonder uitzondering moeiteloos opgepikt door het nieuwsgierige publiek. Pas in de toegift grijpt Paceshifters met Davis terug op oud materiaal.

Het is duidelijk dat de band deze middag aan klantenbinding heeft gedaan. Na afloop gaat de gloednieuwe en fraai geïllustreerde cd grif over de geïmproviseerde toonbank. Maar veel tijd heeft Van Lunteren niet voor de verkoop. De bus moet in alle haast worden ingepakt voor het volgende optreden in Limburg. “In America om precies te zijn”, zegt Van Lunteren. “Klinkt wel goed hè? We gaan naar America!”

Paceshifters, albumrelease Breach: Hedon Zwolle 26/9. Daarna clubtour.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *