Wat maakt De Staat nou zo’n bijzondere band? Zijn het die rare, hoekige wendingen in hun muziek? Is het de tintelende confrontatie tussen de hakkende gitaren en gierende elektronica? Of zijn het de vijf overrompelende individualisten die met hun auditieve machtsvertoon een bomvol Burgerweeshuis ongenadig hard bij de strot grijpen? Het is de combinatie van dit alles die de band uit Nijmegen een volstrekt unieke plek in de vaderlandse pophistorie geven.
Met het derde album I_CON heeft De Staat opnieuw een stap vooruit gezet. All Is Dull en Build That, Buy That zijn herkenbare ‘Staat-songs’ die niet alleen op de plaat, maar ook op het podium verantwoordelijk zijn voor een daverend startschot. Het Deventer poppodium krijgt keihard op zijn falie met de donderende dreunen van snoeihard afgestelde bassynthesizer. Het illustreert het blakende zelfvertrouwen van de band.
Al vanaf de eerste plaat Wait For Evolution (’09) onderscheidt De Staat zich. Waar Nederlandse bands vaak uitblinken in het volgzaam aanhaken bij een heersende trend, daar zet De Staat zijn eigen standaard. En dat vertaalt zich in ophitsende tracks als Psycho Disco en Sweatshop, die live het uiterste van band en publiek vragen. Het trage, maar bloedstollende Devil’s Blood haalt het tempo even uit het optreden, dat daarna tijdelijk een mindere fase kent.
De ongein rond Old MacDonald heeft zijn beste tijd gehad, maar ook een nieuw, onbekend nummer en de single Down Town met zijn huppelende Franz Ferdinand-gitaarloopjes behoren niet tot het sterkste materiaal van De Staat. Dat heeft de band bewaard voor een grandioze apotheose. Het zuigende Refugee, gejaagde Make Way For The Passenger, brute Witch Doctor en exotische Input Source Select plaatsen De Staat op een metershoog voetstuk.
Gezien: Burgerweeshuis Deventer 20/10.