Loading...
Recensies

Let’s Get Lost: leuke bandjes, geen uitschieters

Foto: Frans Paalman
Foto: Frans Paalman

★★★✰✰

“We were lost.” Het was geen flauwe woordspeling, ze waren echt verdwaald. Het viertal uit Vancouver had de weg naar het Odeon theater maar met moeite kunnen vinden. En toch stonden ze stipt om tien uur op het podium. Een uitgebreide soundcheck was Lightning Dust niet gegund en het kostte dan ook enige tijd voordat de band haar elektronische zweverigheid op orde had. Liedjes als I Knew en Fire Me Up klonken uiteindelijk heel behoorlijk, maar betoverend werd het niet.

Lightning Dust was de band met de grootste reputatie op het Let’s Get Lost festival, dat afgelopen zaterdag haar tweede editie beleefde. Een ontdekfestival met zes locaties op loopafstand in de Zwolse binnenstad. Zo’n achthonderd indierock liefhebbers pendelden tussen zaaltjes en kroegen op zoek naar nieuwe, onontdekte rockacts. En die waren er, maar opvallende uitschieters zaten er dit jaar niet tussen.

Nou ja, allemaal even nieuw was het natuurlijk niet. Lightning Dust loopt al een tijdje mee, evenals de Zweedse troubadour Daniel Norgren. Voor The Horse Company betekende het optreden op Let’s Get Lost zelfs de zwanenzang. Maar in de statige, negentiende eeuwse Statenzaal waren wel wat noviteiten te aanschouwen. Zo werd uitgekeken naar Unterwelten, het prille project van singer/songwriter Michiel Flamman. Met Blaudzuns broer Jakob Sigmond op gitaar daalde Flamman af naar de onderwereld. Althans, dat was de bedoeling. Maar de sonore drones leidden enkel naar ongecontroleerde uitspattingen van Flamman, die de juiste vorm nog niet heeft gevonden. De beoogde beklemmende sfeer, zoals David Eugene Edwards die weet op te bouwen, daalde niet neer in de oude vergaderzaal van de Provinciale Staten. Een andere singer/songwriter, Sweet Baboo uit Wales, zoog die zaal later op de avond tot de laatste plaatst vol. De schuchtere Brit speelde prachtige liedjes, toch was het jammer dat hij geen ondersteunende band bij zich had.

Lange rijen ontstonden voor de Harmonie, waar in de bovenzaal de hardere bands waren geprogrammeerd. De rommelige drie-akkoorden liedjes van het damesgezelschap Bleached werden overvleugeld door de rake klappen van het jonge Amerikaanse trio Radkey. Hun in de jaren tachtig wortelende punkrock was niet het toonbeeld van muzikale vernieuwing, maar klonk wel strak als een deur. Na middernacht was op dezelfde plek Automatic Sam te zien, een interessante band die er echter niet in slaagde het bijzondere geluid van het album Sonic Whip te vertalen naar het podium.

Hilarisch was het optreden van Japanther in het piepkleine bovenzaaltje van Het Vliegende Paard. De twee New Yorkers relativeerden de boel met een primitieve rockvariant die knipoogde naar de Ramones. Een uitschieter? Dat niet, maar amusant was het beslist.

Gezien: binnenstad Zwolle 26/10.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *