Loading...
De Keuze Van Erik Krebbers

Het veelkoppige rockmonster Motorpsycho

Motorpsycho -

Dat uitgerekend Russ Meyer drie ambitieuze Noren het idee levert voor een pakkende bandnaam, mag curieus genoemd worden. Russ Meyer, in de jaren zestig en zeventig producent van goedkope, nogal vrouwonvriendelijke seksfilms, waarin het begrip inhoud niet verder reikt dan een voluptueuze cupmaat. In een schemerig achteraf bioscoopje vergaapt het piepjonge drietal zich aan drie films van Meyer. Twee titels daarvan zijn al ingepikt door andere bands, Motorpsycho blijft over. Vanaf dat moment staat de naam synoniem aan inhoud. Muzikale inhoud, in de breedste zin des woords.

Sinds kort ligt het nieuwe album Still Life With The Eggplant in de (digitale) winkels. Nummer zestien in een rij, die met alle singles, epees, liveplaten en andere collaboraties meegerekend eigenlijk drie keer zo lang is. Want wat is deze band ongelooflijk productief. En niet alleen dat, zowel kwalitatief als stilistisch weet Motorpsycho iedere keer opnieuw een verpletterende indruk te maken.

Komend uit de metal- en grungehoek ontwikkelen Bent Sæther (bas/zang), Hans Magnus “Snah” Ryan (gitaar) en Kjell Jenssen (drums) in de vroege jaren negentig een logge stonersound, die maar wat graag een omweggetje in een psychedelisch labyrint maakt. Het eerste album Lobotomizer (’91) is vooral hard en zwaar, maar nummers als Hogwash en Tfc duiden al op een eigenwijze drang naar experiment en muzikale vrijheid. Die komen tot hun recht op de albums Demon Box en Timothy’s Monster. Jenssen heeft de band dan inmiddels de rug toegekeerd en Motorpsycho tot het vehikel van Sæther en Ryan gemaakt.

Onvoorspelbaarheid is een belangrijke pijler in de discografie van Motorpsycho. Zo wordt onder invloed van de nieuwe drummer Hakon Gebhardt een onvervalste country & western plaat opgenomen onder de schuilnaam The International Tussler Society. Een geintje, zoals de heren later verklaren, maar wel één die bijzonder succesvol uitpakt. Een paar jaar later gaat het met de cd Let Them Eat Cake weer een andere kant op. De snoeiharde metaluithalen, dan wel vrolijk banjogetokkel maken plaats voor pop en jazz. Blazers doen hun intrede en er komt meer aandacht voor het vocale deel van Motorpsycho. Niet vreemd dat de critici invloeden van Beatles en Beach Boys ontdekken.

Maar bij Motorpsycho is alles tijdelijk. Puntige popsongs worden weer net zo gemakkelijk ingeruild voor tien tot twintig minuten durende jamsessies, met de suite Little Lucid Moments als zinderend hoogtepunt. Rijk aan tempo- en sfeerwisselingen, mysterieus en ruig als een diepe fjord werkt het nummer naar een melodieuze climax toe. En als je denkt alles te hebben gehad, slaat Motorpsycho in ’12 opnieuw toe met het waanzinnige album The Death Defying Unicorn. Samen met jazztoetsenist Ståle Storløkken, het Trondheim Jazz Orchestra en strijkerscollectief Trondheimsolistene wordt een meesterlijk epos opgetrokken dat progressieve rock verbindt met improjazz en bigbandmuziek.

In dat licht bezien is het nieuwe product Still Life With The Eggplant bijna ‘doorsnee Motorpsycho’ te noemen. Heerlijke, uitgesponnen spacerock, die als een futuristisch ruimteschip in je hoofd blijft zweven. Maar pas op, over een half jaar kan de wereld van Motorpsycho er weer totaal anders uitzien.

Motorpsycho is te zien: Burgerweeshuis Deventer, dinsdag 14 mei.

 Ook interessant

  •   Festival   Keizerrijk, Deventer 9/5 – Voor de derde keer vindt in sportpark   Keizerslanden dit gratis toegankelijke hiphopfestival plaats. Typhoon, Hef en   Kraantje Pappie zijn de grote trekkers tussen local heroes als Flow & Co.
  •   The   (Wild) Romance, Underground Lelystad 11/5 – De band   van Herman Brood, jawel mét Danny Lademacher, viert het 35-jarig bestaan van   het album Shpritsz. Saturday Night, Dope Sucks   en Rock ‘n’ Roll Junkie herleven in een gedrogeerde atmosfeer van weemoed en   verlangen.
  •   Ribs   & Blues, Raalte 19 en 20/5 – Festival met een rijk verleden. De   laatste edities laten zien dat blues een rekbare term is geworden. Wat te   denken van rockabilly van Kat Men (met Stray Cats drummer Slim Jim Phantom),   Toeareg-blues van Atri N’ Assouf en de neo-funky-soul-blues van The Heavy?
Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *