Het hiphoporkest is The Kyteman Orchestra geworden. Een ander project met dezelfde mensen. Eind deze maand verschijnt het album dat de luisteraar een genadeloos pak slaag gaat geven.
Utrecht – Het is soms zoeken naar woorden. Colin Benders, beter bekend als de sensitieve trompettist Kyteman, doet zijn uiterste best om het allemaal zo begrijpelijk mogelijk te formuleren. Maar hoe moet je in vredesnaam de muziek van The Kyteman Orchestra in heldere taal vatten? “Het is een extreme uitlaatklep geworden”, vat de 25-jarige Benders zijn nieuwste project kernachtig samen.
Drie jaar geleden maakte de Utrechter een verpletterende indruk met Kyteman’s Hiphop Orkest. De unieke combinatie van raps, jazz en blaasmuziek werd overladen met superlatieven en beloond met de Popprijs van 2009. En toen was het plotseling op. Benders zette een punt achter het orkest en stortte zich op Kytecrash, een volgend project met Eric Vloeimans. “Aanvankelijk was ik bang dat als het te lang zou voortduren met het orkest, het zou uitgaan als een nachtkaars. En dat wilde ik niet, daarvoor was het me te dierbaar. Aan de andere kant miste ik die aanstekelijke groep muzikanten. Mensen die net als ik hongerig naar muziek waren.”
De gedachte wat er allemaal nog mogelijk zou zijn met het orkest, bleef rondspoken in Benders’ hoofd. Daarom riep hij vorig jaar de club weer bij elkaar. “Gelukkig waren zij net als ik toe aan iets nieuws. Iets waarbij de lat nog hoger zou worden gelegd.”
De hernieuwde samenwerking heeft uiteindelijk een overrompelend album opgeleverd waar de hiphop- en jazzelementen nagenoeg uit zijn verdwenen. “Toen we de muziek terug hoorden, vonden we het niet gerechtvaardigd om ons nog een hiphoporkest te noemen. Het is veel meer geworden.” En inderdaad, The Kyteman Orchestra zet een nieuwe standaard met een bijna provocatieve samenballing van klassieke muziek, opera, elektro en, vooruit, wat restanten hiphop en jazz.
“Ik heb eerlijk gezegd geen idee waar die klassieke invloeden vandaan komen. De zoektocht naar spanning en dynamiek in de muziek leidde tot de ‘rollercoaster-ride’ die het nu is geworden. Nee, we zijn niet lief voor de luisteraar en ook de radio zal er niet blij mee zijn.” Benders doelt daarmee op de lange stukken, die de zeven en acht minutengrens ruimschoots overschrijden. Maar vooral de donkere, somtijds dreigende geluidskleur staat in schril contrast met de lichte tinten van het vorige album The Hermit Sessions.
“Dat is eigenlijk een wonderlijk gegeven: tijdens The Hermit Sessions zat ik niet in m’n vrolijkste periode en toch was een lichtvoetige plaat het gevolg. Juist nu ik me gelukkig en blij voel, ligt er een product dat als een genadeklap aan komt. Echt, ik kan er niet naar luisteren zonder dat ik hartkloppingen krijg. Misschien zit ik daarom zo goed in m’n vel: ik heb eindelijk m’n hart kunnen luchten.”
Een ander belangrijk verschil tussen beide platen zit hem in het opnameproces. “We wilden de live-beleving, die het orkest zo groot heeft gemaakt, terug laten komen op de plaat. Dat kon alleen door de stukken in zijn geheel en in één keer op te nemen. De interactie tussen de orkestleden moest hoorbaar zijn. In feite is het album een live-registratie geworden.” Dat dit tijdens de opnames tot spanningen leidde tussen de musici en dirigent Benders is duidelijk. “De blazers hebben me vervloekt, omdat ik in een nummer als 7/8 het onmogelijke van ze heb gevraagd. Ja, we hebben soms fysieke grenzen moeten verleggen.”
In april volgt een reeds lang uitverkochte clubtour. Daarna zijn een aantal grote festivals aan de beurt. Liefhebbers van The Hermit Sessions zullen tevergeefs wachten op oude successen als Sorry en Une Seule Fois. “Nee, die gaan we niet doen. Dit project staat op zich zelf en is op geen enkele wijze te mixen met ander materiaal. Maar gewaagde opera-achtige stukken als While I Was Away en Preaching To The Choir gaan het live goed doen, daar ben ik van overtuigd. Zelfs op de festivals.”