Peter te Bos, zanger van de Amsterdamse garagerockband Claw Boys Claw, feliciteert Hedon met het veertig jarig bestaan. “Godver, wij bestaan pas dertig jaar.” De jubilea vliegen je om de oren. En toch, drie decennia Claw Boys Claw, dat is een moment om even bij stil te staan.
Dat moeten oerleden Te Bos en gitarist John Cameron ook hebben gedacht. De band lag met regelmaat in coma, maar werd telkens opnieuw gereanimeerd. Vijf jaar geleden gebeurde dat met het relaxte album Pajama Day, nu ligt er een gloednieuwe schijf met de stevige titel Hammer. Claw Boys Claw zoekt hierop de nuance en wisselt extatische rock af met achteroverleunende, rootsy tegenhangers.
Het is daarom afwachten hoe dat live allemaal gaat uitpakken. Wordt het ouderwets raggen, of gaat de versnelling twee of drie tandjes terug? Dat laatste zou niet vreemd zijn: Te Bos is inmiddels 62 jaar en oogt allesbehalve atletisch.
Monkey One, een van de rustige tracks van de nieuwe plaat, lijkt richting te geven, maar Power Breakfast en het heerlijk rabiate So Mean trekken je onmiddellijk uit de luie stoel. Tenminste, dat zou je verwachten. Want gek genoeg blijft de stemming lang aan de matte kant in het stijf uitverkochte Zwolse pophonk. Bones, I’ll Be Gone en Zoo tokkelen zelfs wat apathisch voorbij, evenals de Bo Diddley-riff Hanging On A Wire.
Pas halverwege het optreden slaat de vlam in de pan. Het onweerstaanbare Bite The Dice brengt eindelijk rumoer in de tent. Te Bos trekt zingend de zaal door en bereikt zo de achterste rijen, die er tot dan toe stilletjes hebben bijgestaan. Indian Wallpaper, Wild VooDoo en Locomotive Breath beslissen het duel in de verlenging. Missie toch nog volbracht.
Gezien: Hedon Zwolle 27/4.
Verder: Dauwpop Hellendoorn 9/5, Burgerweeshuis Deventer 18/5.