Het is een poos stil geweest rond Roosbeef, maar met het nieuwe album Lucky posteert ze zich weer in de frontlinie van de alternatieve nederpop.
Vijf lange jaren lagen er tussen het album Kalf en het fonkelnieuwe, tien liedjes tellende album Lucky. Er gebeurde veel in die periode: zangeres Roos Rebergen vertrok met haar man naar de VS, snoof de Amerikaanse cultuur op en werd daar en passent voor het eerst moeder. Rebergen nam afstand van Europa en het maken van muziek. Letterlijk en figuurlijk.
“Ik wilde een andere kant op”, vertelt ze. “Met mijn muziek, maar ook met mijn leven. Nou, dat is redelijk gelukt.” Zie schiet in de lach en strijkt met de vingers door haar verwarde haar.
Twaalf jaar geleden debuteerde Roosbeef met het album Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten. De titel van de plaat bleek net zo ongewoon als de onvaste stem en curieuze teksten van Rebergen, die eerder al de Grote Prijs van Nederland in de categorie singer/songwriter had gewonnen. Met haar chaotische presentatie tijdens de liveshows werd zij al snel een geliefd buitenbeetje in het popcircuit.
Maar plotseling leek de koek op en vertrok ze naar de Amerikaanse staat Kentucky. “Paul, mijn man, is fysicus en deed daar onderzoek naar zwarte gaten. Het was voor mij de kans om alles hier achter te laten. Aanvankelijk was het prettig om weg te zijn, maar al snel ging ik Nederland missen. Ik had heimwee. Naar wat? Ik zou het niet weten. Misschien naar veiligheid. Eigenlijk ben ik een honkvast type, maar ga er altijd weer op uit. Later denk ik dan: waarom doe ik dat toch?”
Na twee jaar keerde het gezin, inclusief peuterdochter, terug. “Het was goed om een tijd in het buitenland te hebben gezeten. Voor mij persoonlijk, maar ook voor mijn muzikale ontwikkeling. Even weg uit dat vertrouwde wereldje en nieuwe inspiratie opdoen.”
Hoewel het moederschap een claim legde op het leven van Rebergen, pakte ze haar liedschrijversbestaan na thuiskomst vrij snel op en componeerde er als vanouds vrijmoedig op los. Toch is er wel wat veranderd, vindt ze. “De muziek gaat nu meer de kant op die ik graag wil. Rijker, sferischer, verbondener. Ofzo. Ik vind het altijd moeilijk om dat uit te leggen. Het zit vooral in m’n hoofd.”
Hoe dan ook: Rebergen is zeer content met Lucky. “De liedjes zijn verschillend en toch passen ze bij elkaar. Alle nummers kloppen, de volgorde klopt ook. Op mijn vorige platen stond altijd wel een opvuller. Op Lucky niet. Ik sta voor de volle honderd procent achter alle liedjes. Neem Rodeo. Een lied dat balanceert tussen persoonlijke ervaringen en algemene dingen. Begrijp je? Man, ik ben zo slecht in het uitleggen van liedjes. Ik kan soms zo warrig overkomen.”
Rebergens medebandleden drukken een belangrijk stempel op het geluid van Roosbeef. Drummer Tim van Oosten en de Belgische multi-instrumentalisten Pascal Deweze (tevens producer van Lucky) en Tom Pintens hebben een doorslaggevende stem in het uiteindelijke resultaat. “De basis begint bij mij. Ik schrijf de liedjes en teksten. Vaak gebruik ik daarvoor een gitaar of piano. Maar ik ben geen goede muzikant, eerlijk gezegd kan ik er geen bal van. Als ik de jongens mijn demo’s laat horen, moeten ze altijd lachen. Die opnames zijn ook echt verschrikkelijk”, geeft ze met een schaterlach toe. “Maar”, vult ze onmiddellijk aan, “ze hebben wel wat.”
Rebergen weet dat ze de juiste mensen om zich heen heeft verzameld. Die bewerken het ruwe songmateriaal tot volwaardige albumtracks. “Dat is een proces van loslaten. Het lied Noodaan wilde ik een gospel-gevoel meegeven, maar dat idee is uiteindelijk gesneuveld. Iets waar ik prima mee kan leven. Rodeo schreef ik als een countrysong, maar ook dat is een andere kant opgegaan. Dat is dan maar zo.”
Ondanks haar leven in ‘Bluegrass State’ Kentucky heeft de countrymuziek geen sporen nagelaten op Lucky. “Oh nee, daar wil ik mijn handen niet aan branden. Country is mijn grote liefde, ik luister daar mijn hele leven al naar. Maar er zijn zoveel goede countryartiesten, daar heb ik niks aan toe te voegen. Ik kan Tom Pintens toch niet ineens op een banjo laten spelen? Ik doe liever mijn eigen ding. Daar voel ik me goed bij.”
“De jongens van de band maken mijn muziek interessant. Zij trekken het uit de singer/songwritersfeer en daar ben ik blij mee. Toen we met Lucky begonnen vroeg Pascal Deweze: welk geluid wil je het album meegeven? Dat was een lastige vraag, maar stiekem zat ik te denken aan de sfeer van Let England Shake, het een-na-laatste album van PJ Harvey. Dat is wat ik echt mooi vind. De stem, de warmte, de rommeligheid.”
De reacties op Lucky zijn, zoals op alle albums van Roosbeef, positief. “Dat was spannend. Want, tja, ik ben lang weggeweest. Maar ik heb meer zelfvertrouwen gekregen in de loop der jaren. En dat is mede dankzij de band. Terwijl ik dit zeg, realiseer ik mij dat ik straks huilend aan de telefoon kan hangen, haha. Het hoort bij mijn vak denk ik. Soms vol branie, een andere keer nederig. Het is inherent aan het maken van mooie dingen.”
Rebergen ziet uit naar de clubtour. De coronacrisis gooide het oorspronkelijke speelschema overhoop, maar vanaf september wordt de schade ingehaald. “We zijn bezig met het samenstellen van een setlist. Dat wordt steeds leuker, iedere keer hebben we meer liedjes om uit de kiezen. Het is fijn om samen er weer op uit te gaan. Volgens mij komen er best veel mensen kijken.”
Roosbeef is te zien: Nijmegen 10/10, Middelburg 15/10, Utrecht 24/10, Apeldoorn 30/10, Amsterdam 22/12, Groningen 28/1, Deventer 29/1.