Volgende week vrijdag staat Caro Emerald in het Openluchttheater Hertme. Na de juni-tour gaat ze zich bezinnen op de toekomst. Vervroegd pensioen is voorlopig niet aan de orde, zegt ze.
Als je Caro Emerald confronteert met het gegeven dat ze al een poosje van de radar is verdwenen, geeft ze dat grif toe. “Ik snap dat de mensen dat zo ervaren”, beaamt ze. “Een half jaar lang heb ik geen shows gedaan en sinds 2013 geen nieuw album meer uitgebracht. Zelf zie ik dit als een pas op de plaats.”
Niet dat ze de afgelopen periode op haar lauweren heeft gerust. Ze toerde volop in het buitenland (met name in Engeland), nam twee EP’s op en debuteerde als jurylid in het RTL4 programma The Talent Project. Maar toch, het uitblijven van nieuw materiaal heeft Caro Emerald in een schemertoestand gebracht.
“Ik merk dat we meer ons best moeten doen om tickets te verkopen. Enkele jaren geleden hoefde ik maar een scheet te laten om de zalen vol te laten lopen. Maar je hoort me niet klagen hoor.”
Inderdaad heeft ze daar geen reden toe. Voor de drie shows die ze deze maand in Nederland doet, gaan duizenden beschikbare kaarten vlotjes over de toonbank. Het illustreert de koestering van het publiek voor die wonderlijke combinatie van groovende jazz, filmische tango’s en aanstekelijke mambo’s.
Precies tien jaar geleden maakte de wereld kennis met Caro Emerald. De single Back It Up plaveide het pad voor de debuutplaat Deleted Scenes From The Cutting Room Floor met daarop andere kassuccessen als A Night Like This, Stuck en That Man. Hits, prijzen en internationale erkenning viel het gezelschap ten deel. Caro fungeert daarin als het onbetwistbare middelpunt, maar de kiem voor het concept is ooit gelegd door haar producers David Schreurs, Jan van Wieringen en de Canadese tekstschrijver Vincent Degiorgio. Het merk ‘Caro Emerald’ is kwestie van teamwork, benadrukt ze.
“David liep al langer met dit idee rond. Samen met Jan en Vincent heeft hij daar vorm aan gegeven. En ik paste precies in dat plaatje: ik had een jazz achtergrond, maar wilde graag popliedjes zingen.”
Als Caroline Esmeralda van der Leeuw had ze een studie jazz-vocalist aan het conservatorium van Amsterdam afgerond. En dat terwijl jazz niet haar favoriete genre was. “Nee joh, ik was helemaal niet geïnteresseerd in jazz. Maar ik wilde graag naar het conservatorium. Als je daar een zangopleiding wilde doen, had je de keuze uit jazz of klassiek. Dat laatste wilde ik beslist niet, dus werd het jazz. Het gekke is wel dat ik van jongs af aan een jazz-geluid heb gehad.”
Op het conservatorium leerde ze de jazzmuziek pas goed kennen. Voor die tijd luisterde ze liever naar Nirvana, The Beastie Boys of The Fugees. En Mariah Carey. Stiekem, want dat was in haar vriendenkring bepaald niet stoer. Ook van grote invloed was de Britse triphopband Portishead, die elektronische muziek combineerde met elementen uit de jazz.
Ook de Caro Emerald-sound ontwikkelde zich tot een bonte mengeling van jazz, pop en elektronica. De eerste jaren had ze zelfs een DJ op het podium staan. De verbinding van hedendaagse technieken met ballroom jazz uit de jaren veertig en vijftig maakte haar uitgebreide band volstrekt uniek in de popwereld. Een grotere belofte was nauwelijks denkbaar. Vindt ze zelf dat die belofte is ingelost?
“Jazeker”, klinkt het impulsief. Dan relativerend: “Nou ja, het is lastig om objectief naar jezelf te kijken. Er zijn dingen geweest die ik graag had willen doen, maar niet zijn uitgekomen. In die zin heb ik er niet alles uitgehaald wat erin zit. Nog niet tenminste. Want het concept heeft onverminderd een enorme potentie. Zo zien we mogelijkheden in Amerika, maar het moet allemaal wel in de planning passen.”
Na het tweede album The Shocking Miss Emerald met de hit Tangled Up viel de productie van liedjes droog. Het uitbrengen van een nieuw album lijkt dan ook cruciaal.
Caro valt even stil. “Klopt”, zegt ze dan. “Maar we laten ons niets dicteren. Door niemand. We zijn vreselijk eigenwijs en komen pas met nieuw werk als het écht goed voelt. En dat kan best nog een paar jaar duren. Natuurlijk is het niet zonder risico wat we doen, maar iemand als D’Angelo doet dat ook. Tussen zijn tweede en derde plaat zat een periode van veertien jaar. Hij brengt niets uit wat middelmatig is, dat willen wij ook niet.”
En zo zal een groot deel van de aanstaande shows in het teken staan van het vertrouwde repertoire. Maar routineklussen worden het niet, verzekert ze. “Het is iedere keer weer een uitdaging om elk optreden een nieuw elan te geven. We spelen nieuwe liedjes, soms doen we een cover. Van bestaande nummers veranderen we de arrangementen en geven het een andere sfeer mee. Zo houden we het ook voor ons spannend.”
Wat er na deze maand gaat gebeuren, is ook voor Caro Emerald ongewis. “Ik weet het echt niet. Eerst stort ik me op de komende optredens, daarna gaan we om de tafel zitten. Het kriebelt bij me om nieuwe muziek te gaan maken. Maar komt er alleen als we er voor de volle honderd procent achter staan. Aan stoppen denk ik nog lang niet. Oh nee, voor mij geen vervroegd pensioen.”
Caro Emerald is te zien: Openluchttheater Hertme, vrijdag 28 juni.