Loading...
Interviews

Complex, uitdagend en een beetje gestoord

King Crimson met geheel links Robert Fripp en zittend in het midden Tony Levin – Foto Dean Stocking

Vijftig jaar geleden verscheen het debuutalbum van King Crimson: In The Court Of The Crimson King. De baanbrekende progressieve rockband viert dat feit met een extensieve wereldtournee.

Bassist Tony Levin zit in zijn New Yorkse huisstudio. Hij neemt wat stukken door en oefent ze. Hij moet wel, ondanks zijn kennis en ervaring. 73 is hij onlangs geworden, maar als een jonge, hongerige student spit hij de complexe lesstof door. Vandaag staan gepeperde nummers van King Crimson op het programma.

“Binnenkort beginnen de repetities voor de komende wereldtour, dus ben ik me aan het oriënteren op het materiaal van King Crimson”, legt Levin aan de telefoon uit. “Voor me liggen nu een paar tracks die ik niet goed ken. Daar krijg ik een hele kluif aan.”

Levin is sinds ’81 betrokken bij het rariteitenkabinet dat als King Crimson door het leven gaat. Eigenlijk een band voor intimi en toch wereldberoemd. Dat laatste alleen al vanwege zijn dwarse en excentrieke oprichter Robert Fripp. Twee maanden geleden belegde deze Fripp volkomen onverwacht in Londen een persconferentie, waar hij een toelichting gaf op de komende tournee van King Crimson en de 50e verjaardag van de debuutplaat In The Court Of The Crimson King. En hij beantwoordde ook nog vragen van het journaille. Opmerkelijk, want Fripp haat interviews. Wie een één op één gesprek met hem wil, wordt subiet doorverwezen naar andere bandleden.

Tony Levin reageert geamuseerd als dit onderwerp ter sprake komt. Ja, hij heeft over die middag in april gehoord. Hij had er best bij willen zijn, maar dat was er helaas niet van gekomen. Hij en Fripp kennen elkaar meer dan veertig jaar en als iemand de man kan karakteriseren, dan is Levin dat wel.

“Robert wordt altijd omschreven als een gecompliceerd figuur, maar ik heb dat nooit zo ervaren. We hebben heel wat uren met elkaar doorgebracht. In de studio en tijdens tournees. Maar we konden altijd prima samenwerken. Ach ja, hij heeft zo zijn eigenaardigheden. Als we op tournee zijn wil hij bijvoorbeeld altijd in zijn eentje ontbijten. Ook als we in hetzelfde hotel verblijven, zit Robert apart aan een tafeltje. En waag het niet bij hem te gaan zitten.”

King Crimson is de triomf van het onmogelijke. Een ingewikkelde, beetje gestoorde samenballing van rock, jazz, klassieke en experimentele muziek. Geen hitparademuziek, op zijn zachtst gezegd. “King Crimson is een muzikale uitdaging. Zowel voor de luisteraar als voor de muzikanten. Toen ik er voor het eerst bij kwam, moest ik een inhaalslag maken. Wat waren die gasten waanzinnig creatief.”

Creatief zeker, maar Robert Fripps autoritaire houding is ronduit berucht. Helemaal als het om de bandbezetting gaat. Hij bepaalt wie in de band zit en wie moet vertrekken. De lijst met ex-werknemers is dan ook indrukwekkend. Samen met saxofonist Mel Collins is Levin het langst dienende bandlid. Op Fripp – het enige oer-lid – na uiteraard.

Volgens Levin is zijn lange verblijf in de band een kwestie van toeval. “Ik kende Robert via Peter Gabriel – we hadden beide op diens eerste soloplaat gespeeld. Toen Robert me voor een sessie met de mensen van King Crimson vroeg, heb ik direct toegehapt. Adrian Belew en Bill Bruford waren de andere bandleden. Geen kleine jongens hoor: Adrian had gewerkt met Frank Zappa en David Bowie, Bill was de drummer van Yes. Best intimiderend. Daarbij kwam dat ik de partijen moest doen van iconische bassisten als Greg Lake en John Wetton. Maar het klikte tussen Robert en mij. Omschrijf het als ‘wederzijds respect’.”

 

Tony Levin – Foto Bert Treep

Levin stelt zich in dit verhaal bescheiden op, maar ook hij was geen beginneling toen hij bij King Crimson aantrad. Naast zijn baswerk bij Peter Gabriel maakten ook grootheden als Lou Reed, John Lennon, Pink Floyd en David Bowie graag gebruik van zijn diensten. Dankzij zijn vernieuwende stijl werd Levin een van de invloedrijkste bassisten in de in de rockmuziek. Hij paste precies in het plaatje van Fripp.

Telkens de lat hoger te leggen, dat is het motto van Robert Fripp. Steeds weer iets nieuws verzinnen. Tot op de dag van vandaag. “Hij heeft een visie hoe King Crimson moet klinken en bedenkt daarvoor altijd weer wat anders”, zegt Levin. “Zo kwam hij met het bizarre idee om met twee bassisten te gaan spelen. Kreeg ik er zomaar een collega bij. Het was een helse klus om alle baspartijen uit te splitsen en opnieuw te arrangeren, maar het resultaat was verbluffend.”

Het laatste staaltje vernieuwingsdrang uit de koker van Fripp was de aankondiging van een bezetting met drie drummers. Dríe! “Haha, typisch Fripp”, lacht Levin. “En dan moet je weten dat hij zo’n idee lanceert en dan doodleuk tegen die slagwerkers zegt: nou, succes ermee. Echt, die drie hebben het drummen opnieuw moeten uitvinden.”

Hoe de jubileumshows eruit gaan zien kan Levin niet zeggen. “Doorgaans repeteren we een stuk of vijftig nummers. Tijdens een show spelen we er ruim twintig van. Wie die selecteert? Wat dacht je? Dat doet Robert, als ie in zijn eentje aan het ontbijt zit. Serieus!”

King Crimson is te zien: zaterdag en zondag 22 en 23 juni, De Vereeniging in Nijmegen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *