Wereldwijd verkochten ze meer dan zeventig miljoen platen. Red Red Wine en Can’t Help Falling In Love waren nummer één hits in Amerika en Nederland, maar ook I Got You Babe en Kingston Town deinden op de zwoele cadans van de reggae naar de top van de hitparades. De hoogtijdagen van UB40 lagen in de jaren tachtig en negentig, maar sinds een jaar of tien zit de klad er in bij de band uit het Engelse Birmingham. De broedertwist tussen Ali, Robin en Duncan Campbell heeft ertoe geleid dat er op dit moment twee UB40’s over de aardkloot toeren.
Terence ‘Astro’ Wilson heeft er geen twijfel over welke UB40 de mensen willen zien. “Als je naar The Rolling Stones gaat met de broer van Mick Jagger als zanger, dan pik je dat toch ook niet?”
De 58-jarige aanjager van de band is sinds de oprichting in ’78 samen zanger Ali Campbell het boegbeeld van UB40. Hij herinnert zich nog hoe hij bij het gezelschap verzeild raakte. “Tijdens de allereerste optredens van UB40 was ik nog geen bandlid, maar deed wel het voorprogramma. Ik draaide platen en kondigde ze aan. Die aankondigingen werden steeds langer en uiteindelijk een deel van de show. Ik rolde er min of meer bij toeval in.”
Met zijn lange dreadlocks paste Astro perfect bij de muziek van UB40. “Reggae was in die tijd razend populair. Zeker in een multiculturele arbeidersstad als Birmingham. Vergeet niet dat reggae de muziek van de ‘working class’ is, ontstaan in de armste wijken van Kingston.” Over de kracht van het reggaeritme raakt Astro niet uitgepraat. “Het is een universele taal. De slepende baslijnen van de reggae zeggen meer dan duizend woorden. Ze geven je een goed gevoel – stil blijven staan is onmogelijk.”
Toch hield de verbindende reggae UB40 niet bij elkaar. Zeven jaar geleden verliet Ali Campbell de band, vrijwel direct gevolgd door toetsenist Michael Virtue. Trammelant met het management, maar ook muzikale onenigheden dreven Ali in de richting van een solocarrière. UB40 ging zonder die twee verder. Maar mét Astro en Duncan Campbell, de nieuwe zanger en broer van Ali. “We hebben een tijd doorgemodderd, maar het voelde niet goed. Het album Getting Over The Storm werd de bekende druppel. Ik kon me totaal niet vinden in de muzikale koers: countrysongs werden op die plaat in een reggaeritme geperst. Ik heb niks tegen country in combinatie met reggae. Grootheden als Toots and The Maytals en John Holt experimenteerden ermee, maar dit ging me toch te ver. Het had niets meer met UB40 te maken.”
En zo werd Astro als vanzelf in het kamp van Ali Campbell en Michael Virtue gedirigeerd. “Onze vrouwen waren altijd dikke vriendinnen gebleven, dus contacten waren er nog steeds. Tijdens een optreden van Ali vroeg hij me op het podium en daarna ging alles vanzelf. De reünie van UB40 was compleet.”
Astro snapt dat de huidige situatie verwarring kan geven. “Maar de mensen weten heel goed bij wie ze moeten zijn als ze UB40 willen horen en zien. Wij zijn de rechtmatige erfgenamen en brengen de authentieke UB40-sound. Ali en ik zijn de originele stemmen van alle grote hits, daar kan geen enkele discussie over bestaan.”
In een interview met een Engelse krant noemde Ali de andere UB40 ‘the dark side’. “Haha, maar zo is het wel. Zij belazeren de boel. Die Duncan vermoordt de UB-liedjes. Wat zij doen is cabaret, meer niet.”
UB40 met Ali Campbell, Astro en Michael Virtue is te zien op Dicky Woodstock, vrijdag 31/7.
UB40 met Duncan en Robin Campbell is te zien in Hedon Zwolle 30/10.