De Engelse zanger/gitarist Nick Mulvey is amper twee liedjes onderweg, als een gevoel van euforie zich van je meester maakt. Het licht psychedelische Juramidam zuigt een goed bezet Hedon mee in een fluweelzachte flow van exotisch gitaargetokkel, aanzwellende synths en repeterende beats. Mulvey’s gitaartechniek is adembenemend, de omlijsting kleurrijk en sfeervol. Oké, de twee volgende liedjes (First Mind en April) zijn van een aardser niveau, maar het pulserende Ailsa Craig sleurt je weer aan de kraag mee naar een begoochelende climax. Dit moet wel het beste optreden van het jaar worden.
De 30-jarige Mulvey studeerde muziek in Havanna en Londen. En dat is te horen. Op zijn debuutalbum First Mind rollen Latino en Afrikaans georiënteerde gitaarloopjes als vanzelfsprekend uit zijn lenige vingers. Maar ook minimal music componist Steve Reich heeft zijn sporen nagelaten in de muziek van Nick Mulvey. Reich’s repetitieve ritmiek echoot na in tracks als April en Venus. Kortom, alle ingrediënten voor een memorabele avond zijn aanwezig. En toch komt het er niet van.
Want na de betoverende schoonheid van het eerste deel schakelt Mulvey over op het nogal afgegraasde terrein van singer/songwritermuziek. Zijn vier begeleiders verdwijnen richting de kleedkamer en nemen hun decoratieve soundscapes mee. The Trellis, I Don’t Want To Go Home en Look At Miss Ohio krijgen van Mulvey een solobehandeling. De magie en de exclusiviteit van het collectief hebben plaatsgemaakt voor de man met gitaar, die zijn liedjes zingt. En dat hebben we al zo vaak gezien.
Gek genoeg keert het genot na dit intermezzo niet meer terug. Weliswaar komen Venus en Nitrous dicht in de buurt, de Drake-cover Hold On, We’re Going Home en het afsluitende Cucurucu trippelen te lichtvoetig voorbij om de verdampte glorie te doen herleven.
Gezien: Hedon Zwolle 4/4
Nog te zien: Pinkpop Landgraaf 14/6