Kinderen en popmuziek, dat is een onontgonnen gebied. Natuurlijk heb je de commerciële kinderlokkers van Studio 100, die met de pretentieloze pretpop van K3 en Mega Mindy onschuldige kinderzieltjes weet in te palmen. En zeker, er bestaan ook verantwoorde, minder opzichtig opererende kinderpopvarianten met Dirk Scheele en Hippe Gasten als aansprekende voorbeelden. Maar gelauwerde popmusici die zich wagen aan de doelgroep ‘basisschoolleeftijd ’, liggen echter minder eenvoudig voor het oprapen.
Productiehuis Oost-Nederland begreep dat hier een taak lag en benaderde Anneke van Giersbergen en Martijn Bosman met de vraag ‘iets’ te doen met Frank Tashlin’s kinderboek The Bear That Wasn’t. Schrijver Dennis Gaens ontfermde zich over de vertaling van het in 1946 verschenen prentenboek, dat als De Beer Die Geen Beer Was opnieuw gestalte kreeg. Dit keer in de vorm van een boek, cd en een theatervoorstelling.
Bosman en Van Giersbergen hebben hun sporen ruimschoots verdiend in het vaderlandse poplandschap. De eerste drumde bij de spraakmakende funkband Gotcha! en de Haagse blufclub Kane; de laatste was ooit het zingende boegbeeld van de rockformatie The Gathering. Het is een wonder dat Van Giersbergen ruimte heeft kunnen maken voor dit avontuur: enkele maanden geleden was ze nog betrokken bij een ander project genaamd Lorrainville en begin dit jaar presenteerde zij haar nieuwe soloplaat Everything Is Changing.
Toch zagen de twee kans hun krachten te bundelen om tekst en muziek voor het album en de voorstelling te schrijven. Het licht satirische verhaal, geschreven door de man die tevens verantwoordelijk was voor de grappen van The Marx Brothers en Lucille Ball, gaat over een beer die wakker wordt uit zijn winterslaap en ontdekt dat boven zijn grot een fabriek is gebouwd. Als de beer over het fabrieksterrein doolt, wordt hij van hoog tot laag aangezien voor een ‘rare man die zich nodig moet scheren en een bontjas draagt’. De beer houdt vol dat ie een beer is. Moraal van het verhaal: blijf wie je bent, wat anderen je ook wijs willen maken.
Ervaring in het theater hebben Bosman en Van Giersbergen nauwelijks. Met kindertheater nog minder. De eerste schreden zijn daarom onwennig, maar gaandeweg heeft de schroom plaatsgemaakt voor puur spelplezier. De respons van het jonge publiek draagt daar vanzelfsprekend toe bij.
Toch zijn het voornamelijk de muzikale kwaliteiten van het tweetal die direct boven komen drijven. De cd bevat namelijk uitstekende, afwisselende liedjes. Met haar fluwelen stem kruipt Van Giersbergen in de rol van de beer. ‘Ik vind het fijn een beer te zijn’, zingt ze op een zorgeloze toon. De akoestische klanken van piano en gitaar omarmen liefdevol de zachte g van de zangeres. Ze vormen een mooi contrast met de bonkige beats, funky basloopjes en stampende ketelmuziek waarmee Bosman de wat minder zachtaardige personages toonzet. ‘Het fabriekslied’ en ‘Zo, dat is geregeld’ zijn aanstekelijke stampers die het ene moment doen denken aan de noeste noten van De Kift en het andere aan de groovende uitspattingen van André Manuel.
Zo krijgt het moderne sprookje van Tashlin een swingend jasje, waar niet alleen kinderen plezier aan kunnen beleven.
De Beer die geen beer was is een productie van Productiehuis Oost-Nederland, i.s.m. Literairproductiehuis Wintertuin en theater- en dansproductiehuis Generale Oost.
Te zien: Hedon Zwolle (7/4), Schouwburg Deventer (9/4).
Ook interessant deze maand:
|