Het tweede album Vultures heeft de Utrechtse band Kensington nu al gebracht waar ze op hadden gehoopt. Meer dan dat zelfs: de reacties op de plaat zijn positief, cluboptredens verkopen regelmatig uit en over media-aandacht heeft de band bepaald niet te klagen. Drummer Niles Vandenberg vertelt opgetogen over Kensington. Over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Een doorbraak in het buitenland? “Ja, dat wordt lastig. Maar misschien zijn wij die uitzondering.”
Twee jaar na het debuut Borders verscheen in mei de, zoals het cliché wil, ‘moeilijke tweede plaat’. “Borders is een echte jonge honden-plaat. Het enthousiasme spat eraf. We hadden de opnames gemaakt in Engeland en dat was op zich al een groot avontuur. Tot onze verbazing sloeg het alternatief klinkende album aan en leverde zelfs een hit op, Let Go. Daarom zagen we er een beetje tegenop om met de opvolger aan de slag te gaan.”
Maar de zaken liepen voorspoediger dan de vier hadden gedacht. “De inspiratie was er en we hadden grote, mooie ideeën.” Vandenberg doelt daarmee op de samenwerking met producer Cenzo Townshend, die in het verleden heeft gewerkt met U2 en Snow Patrol. “We hadden hem per email benaderd, maar hij wimpelde ons af. Gelukkig kwam ‘ie daar twee weken later op terug, toen hij enkele opnames van ons had gehoord.” De eerstvolgende single We Are The Young werd door Townshend in Londen gemixt en daarna nam hij de rest van de plaat onder handen.
Kensington wordt wel de ‘Nederlandse Kings Of Leon’ genoemd. “Dat is een mooi compliment, maar inhoudelijk kan me er niet in vinden. Natuurlijk snap ik dat mensen je graag in een hokje willen plaatsen, maar volgens mij hebben we een heel eigen geluid”, bijt Vandenberg iets feller van zich af. “Juist die eigenheid wilde Townshend in tact laten. Toen we hem voor het eerst ontmoetten, vertelden we dat we de Editors en Bloc Party te gek vonden. Kan allemaal best, zei hij, maar jullie zijn Kensington en moeten als Kensington klinken. En daar had hij groot gelijk in.”
Vandenberg kwam in 2007 bij de band. De vorige drummer zwaaide af, nadat de ambities van Kensington verder reikten dan enkele optredentjes in de buurt. “Als je succesvol wilt zijn, moet alles kloppen. De neuzen moeten dezelfde kant op staan. Bij ons is dat het geval. We hebben alle vier dezelfde doelen voor ogen. Eerst willen we nog bekender worden in Nederland en vervolgens spelen voor uitverkochte zalen. En natuurlijk op de affiches belanden van grote festivals als Pinkpop.” Maar Vandenberg verliest daarbij de realiteit niet uit het oog. Zeker niet na het uitblijven van een uitnodiging om op Lowlands te komen spelen. “Ja, dan lopen die dingen toch anders dan je had verwacht. We hadden echt gedacht dat Lowlands dit jaar niet om ons heen kon. Met een puike plaat op zak, een goede deal met een grote platenmaatschappij en een actief management leek ons dat een uitgemaakte zaak. Maar dan blijkt dat ze weldegelijk om je heen kunnen. En dan sta je onmiddellijk weer met beide benen op de grond.”