Claw Boys Claw geeft dansavond My Generation pit
Een dansavond voor 35+, dat is het idee achter My Generation. Zaterdag gaan in Hedon de voeten van de vloer op muziek uit de jaren 80 en 90. De Amsterdamse rockband Claw Boys Claw is ingehuurd om de avond ‘meer karakter’ te geven.
Stel je voor: je bent getuige van een genoeglijke dansavond voor oudere jongeren. Dj’s draaien bekende en minder bekende hits uit het verleden. En dan is er ineens een liveset van Claw Boys Claw, het zootje ongeregeld uit Amsterdam dat de boel eens even flink komt opschudden. Zanger Peter te Bos heeft het al een paar keer voor zijn neus zien gebeuren. “Het publiek is vaak zeer gemêleerd. Er zitten keurige mensen tussen die Claw Boys Claw nog nooit hebben gezien. Je ziet ze dan denken: wat is dit voor een smerige bak met herrie?” Te Bos grinnikt. “Maar na verloop van tijd staan ze er toch bij te glimmen.”
Met gitarist John Cameron vormt Peter te Bos sinds ’83 de keiharde kern van Claw Boys Claw. Een band die met een vunzig soort grote-stads-rock menig popzaal en festival heeft gesloopt. Meestal figuurlijk, soms letterlijk. Iggy Pop, Nick Cave en Patti Smith behoren tot de onverbiddelijke helden. “Dat zijn artiesten die zich helemaal geven. Ze maken muziek in hun puurste vorm, zonder enige opsmuk. Claw Boys Claw doet dat ook en waarschijnlijk is dat de reden dat we het zo lang volhouden.” Naast eigen werk zullen de heren liedjes coveren van hun voorbeelden. Welke dat zijn, wil Te Bos niet verklappen. “Maar het worden ruige kerstcadeautjes, neem dat van mij aan.”
My Generation mikt op de generatie die in de jaren tachtig en negentig is opgegroeid – de periode waarin Claw Boys Claw grote successen vierde en de Popprijs in de wacht sleepte. Opvallend genoeg behoort Te Bos zelf niet tot die generatie. Hij wordt deze maand 65. “Ach man, mijn generatie zit allang in het verzorgingstehuis. Dat ik dit nog doe is een unicum. Ja, je hebt Iggy Pop en Lemmy van Motörhead, maar dan heb je het wel gehad. En natuurlijk zijn er nog van die oude bluesknakkers. Maar die kunnen alleen optreden als er een stoel voor ze klaar staat op het podium.”
Te Bos noemt zich een ‘super-laatbloeier’. “Toen Claw Boys Claw opkwam was ik al een ouwe lul. Ik was de dertig dik gepasseerd toen ik bij toeval in dit bandje belandde. De rebelse attitude van Claw Boys Claw sprak me aan. De essentie was: je hoeft geen virtuoos te zijn om muziek te kunnen maken. Het gaat om het uitdragen van een gevoel.” En dat paste goed bij de man die zijn jeugd had doorgebracht in Alkmaar. “Ik had alleen wat ervaring opgedaan in een schoolbandje. En bij een mannenkoor dat optrad in bejaardentehuizen. Ik was alles behalve een virtuoos. Ook nu spreken de bandleden me regelmatig aan op mijn merkwaardige gevoel voor ritmiek. Ach, ik zit er gewoon vaak naast. Voor de band ben ik een onmogelijke frontman.”
Twee jaar geleden verscheen de laatste plaat van Claw Boys Claw: Hammer. Wanneer kunnen de fans de opvolger verwachten? “We zijn ermee bezig, maar ik heb geen idee wanneer die klaar is. Misschien volgend jaar. Of het jaar daarna. Maar hij komt er beslist.” Rest de vraag hoelang Te Bos nog door denkt te kunnen gaan. “Zo lang ik gezond ben, ga ik door. Maar het moet wel met dezelfde intentie gebeuren, anders hoeft het voor mij niet. Dus wat dacht je van nog een jaar of vijftien?”
My Generation met Claw Boys Claw – Hedon Zwolle, zaterdag 12 december.