Stoeltjes in de popzaal van de Gigant. Dat betekent dat er geluisterd gaat worden vanavond. Zelfs voor de hoofdpersoon is een zetel op het podium neergezet. Vergeet de hectische toestanden van dertig jaar geleden, Henny Vrienten doet het op zijn oude dag wat kalmer aan. Onlangs verscheen zijn soloplaat En Toch…, een verzameling retrospectieve luisterliedjes. Weemoed met een zachte g.
Vrienten vervalt echter niet in een bedompte singer/songwriter atmosfeer. Daarvoor is zijn vakmanschap domweg te groot. Als componist van ontelbare liedjes en soundtracks weet de geboren Brabander als geen ander zijn teksten en melodieën in te kleuren met diepe aardetinten. Openingstrack Gitaar is met zijn Americana-accenten een illustratief voorbeeld. De dobro van Theo Sieben en de ingehouden gitaarlicks van Wouter Planteijdt zetten het nummer over Vrientens eerste gitaar in een verleidelijke, maar ook verraderlijke JJ Cale modus.
En Toch… is een terugblik op wat Vrienten zo op zijn levenspad is tegengekomen. Herinneringen aan Café De Oude Maas, het verlies van een vriend (Het Uur Tussen Hond En Wolf), aan zijn moeder (Lieske). En natuurlijk aan Doe Maar, door Vrienten consequent ‘dat bandje’ genoemd. De roes van die periode bezingt hij in De Namen En De Plaatsen, een ode aan de vergeetachtigheid.
De basnoten komen overigens niet meer uit zijn vingers, zoals in de Doe Maar tijd. Zoon Xander neemt die voor zijn rekening. Met de twee gitaristen en sessiedrummer Martijn Bosman plaatst hij de liedjes in een passend kader, dat uiteen kan lopen van een verstild geluidsdecor in Nooit Iets Anders Dan Dit tot een stotend Bo Diddley ritme in Magreetje.
En zowaar, ook ‘dat bandje’ wordt met Is Dit Alles nog even aangehaald. Eigenlijk een understatement voor deze mooie avond.
Gezien: Gigant Apeldoorn 1/2
Nog te zien: Hedon Zwolle 13/2, Underground Lelystad 21/3