Drie nummers, dat is het. Meer heeft de Haagse band Heath niet nodig om de argeloze luisteraar alle hoeken van de kamer te laten zien. Lieve help, wat perst dit vijftal een baanbrekende tsunami aan sounds en stijlen door de luidsprekers. Het is weinig bands gegeven om in zo’n kolkende decibellenstroom tot een geheel eigen sound te komen. Maar Heath flikt het – mede dankzij die heerlijk scheurende mondharmonica. En ook erg fijn: geen moment klinkt Murmurations, het tweede album van Heath, geforceerd of over de top.
Drie nummers dus – ruim een half uur avontuur. Vorig jaar debuteerde Heath met het album Isaak’s Marble, een rockplaat met een expliciete prog-signatuur. Maar ook op het debuut dook meermaals die dekselse mouth harp op, tamelijk ongebruikelijk in het progressieve rockwereldje. Maar de verbinding klopte en legde de basis voor een vervolg dat nog dieper afdaalt in de duistere catacomben van de muziekhistorie.
Drie nummers: Exordium In D Minor, Murmurations en Nosedive. De korte openingstrack kent een weifelende start, maar ontwikkelt zich tot een mysterieuze en bezwerende inleiding op het album. Het is een eerste waarschuwing, want daarna worden alle registers losgetrokken. De titelsong en het slotsalvo Nosedive, beide met een speelduur van ruim een kwartier, nemen de reiziger mee op een expeditie die langs overstuurde psychedelica, walsende driekwartsmaten, dampende bluesschema’s, sferische soundscapes, repetitieve chaos en loodzware stonerrock voert. Je gelooft je oren niet.
Drie nummers, een supertrio.
Heath – Murmurations (Suburban)
