Kijk eens aan, dat zijn toch fraaie rockposes in dat donkerblauwe spijkerpak: de gitaarhals fier omhoog, de blik stoer richting zaal. Maar even vaak is er een glimlach. En met hetzelfde gemak waarmee Johnny Marr ooit The Smiths van melodieën voorzag, tovert hij die klassiekers nu om tot feestelijke meezingers. Na het recente optreden van Morrissey – de andere helft van het al decennia gebrouilleerde Smiths-duo – dringt zich één conclusie op: Johnny heeft de gunfactor.
Marr en Morrissey hebben zich de afgelopen jaren nauwelijks laten zien op de Nederlandse poppodia. Maar uitgerekend dit jaar, binnen het tijdsbestek van enkele maanden, staan ze er weer. Morrissey in een niet uitverkochte Afas-hal, Johnny Marr in een ramvol TivoliVredenburg. Beiden stonden in de jaren tachtig aan de basis van indierockband The Smiths. De een verantwoordelijk voor de teksten, de ander voor de composities. De vier studioalbums leverden The Smiths een reputatie op die groter werd dan de erfenis zelf. Hoe het ook zij, Marr en Morrissey hebben na vijf jaar The Smiths gestaag aan een solocarrière gewerkt. En inmiddels lijkt het erop dat Johnny Marr daar de beste balans in gevonden heeft.
In Utrecht overtuigt hij als frontman. Robuust, maar met een knipoog. De gitarist die noodgedwongen ook de rol van zanger op zich moest nemen, doet dat naar behoren. Oké, niet alles klinkt even zuiver, maar nog altijd beter te pruimen dan de zeikstem van Morrissey. Speerpunt blijft echter het magnifieke gitaarspel van Marr. Ook deze avond is de sound helder, speels en technisch perfect.
De setlist biedt een mooi overzicht van zijn werk, zowel solo als met The Smiths. Al bij het tweede nummer is het bal: Panic, een single van The Smiths uit ’86, brengt de zaal onmiddellijk in extase. Zeker wanneer Marr als een volleerd entertainer de tekst aanpast in “Panic on the streets of Utrecht”. Uiteraard wordt de oproep “Hang the DJ” luid meegebruld.
Dat Johnny Marr van alle markten thuis is, blijkt uit het rijke geluidsspectrum waar hij mee op de proppen komt. Naast de indierock van The Smiths – die met This Charming Man, Bigmouth Strikes Again, How Soon Is Now? en There Is A Light That Never Goes Out prominent in de etalage wordt geplaatst – is er ook ruimte voor akoestische en minder zware passages. Met Somewhere en – alweer een Smiths-song – Please, Please, Please Let Me Get What I Want tapt de Mancunian dankzij de zalvende synths zelfs uit een klef vaatje. Bovendien worden de deuntjes hier en daar wel heel licht verteerbaar. Spirit Power And Soul heeft een zorgeloze Pet Shop Boys-vibe, terwijl een nieuwe track als Spin wel erg gemakkelijk in het gehoor ligt.
Toegankelijkheid is het sleutelwoord voor deze tournee. Uitzondering hierop is Walk Into The Sea van zijn soloalbum Call the Comet uit 2018. Een zeldzaam en spannend hoogtepunt. Elektronische drums, dwingende zang en een hallucinerend outro zetten het kippenvel millimeters dik op de armen. Het smaakt naar meer, maar helaas zit dat er niet in. Marr houdt het overzichtelijk en ongedwongen. Zo beschouwd is het logisch dat hij Iggy Pop’s The Passenger covert. Een onbekommerde meezinger, die uitstekend past bij de feestelijke stemming waarin de avond is beland. La-la-la-la, lalalala… Laat Johnny maar schuiven.
Gezien: 25 oktober 2025 in TivoliVredenburg, Utrecht
