Toen Prince ooit werd gevraagd wie hem als gitarist het meest had beïnvloed, Jimi Hendrix of Carlos Santana? – was het antwoord stellig, Santana! De reden was simpel: Carlos kon zo mooi spelen. De woorden van Prince hoefde je nooit in twijfel te trekken en in de afgeladen Ziggo Dome wordt eens te meer duidelijk wat hij bedoelde.
Om nu te beweren dat het optreden van Santana in Amsterdam aan een zijden draadje heeft gehangen, is overdreven. Maar toch, begin dit jaar moesten enkele shows worden afgezegd vanwege een valpartij met een gebroken pink tot gevolg. En in april waren uitdroging en covid de boosdoeners. Dus tja, als je het breekbare mannetje tijdens het openingsnummer Soul Sacrifice het podium op ziet schuifelen, vraag je je af of hij de toegift gaat halen.
Over een paar weken wordt Santana 78 – een respectabele leeftijd. Het is duidelijk dat de beentjes aan souplesse hebben ingeleverd, al vlot na de eerste tonen zoekt het snarenfenomeen steun bij een verhoogde kruk. Het grootste deel van de set werkt Santana zittend af. Maar waar het onderstel heeft ingeboet, lijken de vingers alle wetten der vergankelijkheid te negeren. Goeie genade, wat kan die man spelen. Nog steeds.
Hoewel het eerste deel van de set uitpakt als een gehaaste potpourri van grote hits (Jin-Go-Lo-Ba, Evil Ways, Black Magic Woman, Oye Como Va, Maria Maria) zijn er ook momenten van buitengewone schoonheid. Gypsy Queen, als vanouds gekoppeld aan de Fleetwood Mac-cover Black Magic Woman, demonstreert Santana’s veelzijdigheid. De opwindende melange van latin, rock en jazz is mede dankzij de uitstekende band een genot voor het oor en biedt bovendien ruimte voor avontuurlijke improvisaties.
Met Samba Pa Ti komt er rust in de tent en maakt Santana zich op voor het tweede deel van de avond. Albums als Abraxas (1970), Santana III (1971) en Supernatural (1999) worden uitgebreid in het zonnetje gezet. Ritmische en jazzy hoogstandjes Batuka, No One To Depend On en Toussaint L’Ouverture worden afgewisseld met melige hits als The Game Of Love. Want ook dát is Santana.
Onvermijdelijk zijn de bas- en drumsolo’s. Hoe vakkundig ook, het is altijd maar weer de vraag wie je daar precies een plezier mee doet. Nou ja, Santana zelf waarschijnlijk, want ze gunnen hem telkens een paar minuten rust. Die kan hij best gebruiken, want anders dan in Londen en Parijs wordt de show in Amsterdam niet geplaagd door zo’n vermaledijde, sfeer-afbrekende pauze. Goddank.
En terwijl het opvallend gemêleerde publiek (jong en oud) allang uit de stoeltjes is gekomen en de achtkoppige band een perfecte balans weet te vinden tussen chill en extase (de stemming blijft altijd stijlvol en wordt nooit plat), blijft Carlos Santana in al zijn sereniteit het absolute middelpunt. Ruim een uur en drie kwartier lang heeft hij geen woord uitgebracht, maar alleen zijn vingers laten spreken. Die strelen de snaren zoals alleen Santana dat kan. Wat hem uniek maakt. De woorden van Prince schieten dan nog eens door je hoofd. Ja, die man had het bij het rechte eind.
Gezien: 24 juni 2025 in Ziggo Dome, Amsterdam