De Britse bluesveteraan Ian Siegal komt voor een aantal shows naar ons land. Soms speelt hij solo, intiem en akoestisch. Soms plugt hij in met een band, energiek en met meer volume. Maar noem dat alsjeblieft geen bluesrock.
Mag je iemand van begin vijftig een ‘veteraan’ noemen? Vergeleken met land- en genregenoten als John Mayall (90), Eric Clapton (79) en Keith Richards (80) is Ian Siegal een jonkie, maar de zanger/gitarist loopt lang genoeg mee om de geuzentitel te mogen dragen. Zelf heeft hij meer moeite met het label ‘bluesartiest’. En met de Britse bluesrockers heeft hij helemaal niks.
In ruim dertig jaar heeft Ian Siegal een indrukwekkende reputatie opgebouwd. Binnen de bluesscene wordt de Engelsman geroemd om zijn authentieke benadering van blues en americana. Het leverde hem diverse onderscheidingen op in zowel eigen land als de VS. En dat is niet iedereen gegeven. Toch heeft Siegals bekendheid nooit de omvang van Eric Clapton, Gary Moore of recenter Joe Bonamassa gekregen. Waar zij met hun stevige bluesrock het grote publiek weten te raken, vaart de sympathieke Engelsman een geheel eigen koers.
“Begrijp me goed, het zijn allemaal geweldige muzikanten, maar ik heb er weinig mee”, vertelt Siegal vlak voor een optreden in Haarlem. “Veel van mijn muziekvrienden zijn ouder dan ik en groeiden in de jaren zestig op met de Britse blues van John Mayall, Clapton en Peter Green. Die lichting heb ik overgeslagen, ik interesseerde me voor de originelen: Freddie King, Muddy Waters en Howlin’ Wolf. Ik vond mijn inspiratie bij de bron van de blues.”
Siegal is huiverig om zich een echte ‘bluesman’ te noemen. “Ik beschouw mezelf niet als een bluesartiest. Ik ben een singer-songwriter die een mix van blues, americana en country maakt. Goedbedoelde complimenten als ‘real deal’ en ‘authentiek’, vind ik ook niet terecht. Ik behoor nu eenmaal niet tot de generatie die het allemaal in gang heeft gezet. Ik kopieer ze slechts”, klinkt het wat al te bescheiden.
Vrijwel alle albums die Ian Siegal heeft opgenomen worden met groot enthousiasme ontvangen. “Is dat zo?” reageert hij quasi-verbaasd. Hij weet wel beter. “Haha, nou ja, ik krijg niet vaak slechte kritieken, nee. En dat is maar goed ook. Muzikanten zijn hypersensitief. Althans ik ben dat. Er hoeft maar één kritisch zinnetje in een recensie te staan en ik ben de hele dag niet meer te genieten.”
Enkele weken geleden reisde Siegal naar New Orleans voor de opnamen van een nieuw album. “Ik kreeg een telefoontje van Johnny Mastro, een bluesmuzikant uit New Orleans. Hij vroeg of we samen wat konden doen. Daar hoefde ik niet lang over na te denken. Mastro is een gevierde jongen en heeft veel connecties. In twee dagen tijd hebben we dertien nummers opgenomen. Man, alles live in één of twee takes! Dan besef je dat je in het Mekka van de blues en jazz bent beland.”
Liedjes schrijven is een apart chapiter. Om tot daden te komen moet hij een deadline hebben, anders wordt het niks. “Sommige songschrijvers kunnen achter een bureau gaan zitten en een nummer schrijven. Die gave heb ik niet. Ik heb tijdsdruk nodig, dan komt de inspiratie vanzelf. Met een beetje geluk schrijf ik in twintig minuten een liedje.”
Het album dat aan eind van deze zomer moet verschijnen, wordt steviger dan de vorige ingetogen plaat Stone By Stone. Maar waag het niet om het woord bluesrock in de mond te nemen, dan heb je Siegal direct weer op de kast.
Na de sessie in New Orleans is globetrotter Siegal doorgevlogen naar het bluesfestival op Caribische eiland Mustique. Niet zomaar een festival. Al bijna dertig jaar wordt het georganiseerd door bluesgrootheid Joe Louis Walker. Vaste bezoeker is Mick Jagger. “Het is eigenlijk een klein festival in Basil’s Bar. Een geweldige plek aan zee. Mick heeft een huis op het eiland en komt altijd even langs. We hebben een praatje gemaakt, aardige vent. Of hij wel eens een nummertje meezingt? Heeft ie ooit een keer gedaan en prompt was het de dag erna op YouTube te zien. Daar baalde hij behoorlijk van.”
Maar hoe fraai Mustique en inspirerend New Orleans ook moge zijn, vooral met Nederland heeft hij een bijzondere band. Siegal roemt de studio’s hier (“en ze zijn een stuk goedkoper”) en heeft hij een vaste begeleidingsband bestaande uit drie jonge Dordtenaren. Nu zijn er zelfs plannen voor een eigen bluesclub in Amsterdam. “Samen met een kameraad ben ik op zoek naar een geschikte plek. Het lijkt me een mooie uitdaging. Bovendien hoef ik dan niet meer op tournee en kan ik in m’n eigen tent optreden. Want hoe aantrekkelijk het ook lijkt, het reizen over de wereld is afmattend. In dat opzicht verlang ik weleens naar mijn pensioen.”
Ian Siegal is te zien: Luxor Arnhem 14/3, Metropool Hengelo 15/3, Dru Poppodium Ulft 16/3.