Loading...
Interviews

Nog even akoestisch, daarna inpluggen


Met het nieuwe album Vlier maakt Daniël Lohues zijn jaarlijkse gang langs de theaters. Solo en akoestisch. Maar veranderingen zijn op til.

“Platen maken is het mooist wat er is.” Daniël Lohues tuurt naar de bomen die langs het Dommerskanaal staan. Buiten is het stervenskoud, maar binnen in een horecagelegenheid op een steenworp afstand van zijn woonhuis is het gerieflijk. Lohues schenkt zich een glaasje cola in. Tja, alweer een plaat. Het is een ritme, zegt hij. Zijn leven is erop ingesteld.

“Op tournee gaan is hartstikke leuk, maar een plaat opnemen is geweldig. Vooral het proces dat eraan voorafgaat. Het schrijven van liedjes is zo bijzonder, maar vergis je niet, ook pijnlijk. Het komt toch allemaal ergens vandaan. Ook de stress bij de afronding van het geheel, het telkens terugluisteren van de nummers. Al heb je dat proces zo vaak doorlopen, het blijft een boeiende bezigheid.”

“Ik leef voor de muziek. Ik kan niks anders. Wil ik ook niet. Maar ik ben in het voordeel. Ik weet dat er collega’s zijn die voor het maken van een plaat tijdelijk afscheid nemen van hun gezin. Ze gaan dan een week in een huisje op het Drentse platteland zitten. Om inspiratie op te doen en zich te focussen op de muziek.” Lohues giert het uit. “Ik zit altied alleen in een huisje op het Drentse platteland.”

Zijn solitaire bestaan heeft meer voordelen. “Vannacht had ik ineens zin om te drummen. Het was om een uur of twee. Ik heb toen een poosje lekker zitten rammen, zonder dat iemand er last van had. Nou ja, misschien werd een duif gestoord in zijn nachtrust. En spontaan kwam een liedje in me op. Ik pakte de gitaar erbij en schreef er een tekst bij. Na een tijdje dacht ik, nu moet ik echt gaan slapen, want morgen heb ik een interview.”

De 47-jarige zanger, schrijver en multi-instrumentalist zit vol met anekdotes. Lohues is een man van verhalen. Soms zingt hij ze, soms vertelt hij ze. Ook deze middag zit hij op de praatstoel. Zijn blik dwaalt af naar buiten. Even laat hij een stilte vallen, waarna een woordenstroom volgt. Liefst met een ongepolijst Nedersaksisch accent.

Voor Vlier had Lohues een arsenaal aan liedjes beschikbaar. De achttien nummers waren samen goed voor een dubbelalbum. “Ik ben voor het eerst in ‘vinyl’ gaan denken. Tot nu toe had ik alleen maar cd’s gemaakt, Vlier is mijn eerste dubbelelpee. Dat is zo mooi man, in zo’n grote uitklaphoes. Maar ook voor de volgorde van de nummers had het consequenties. Ik moest ze gaan indelen in een A-B-C en D kant. Dat was heel apart.”

De albumtitel verwijst zoals veel van zijn teksten naar Lohues’ geboortegrond. “Vorig jaar kwam ik terug van een trip door Amerika. Ik had grote steden bezocht als Chicago en Seattle en ik dacht: zal ik ook in een stad gaan wonen? Op dat moment liep ik net langs een vlierstruik in de tuin en trok wat blaadjes van een tak. Ik wreef ze tussen m’n handen fijn en snoof de geur op. En opeens wist ik het: Mar Ik Heur Hier. Het is het zesde nummer op de plaat geworden.”

Met Vlier licht Lohues een tipje van de sluier op als het om de toekomst gaat. “Mijn vorige plaat Moi was volledig akoestisch, maar Vlier is elektrisch. Het laatste liedje Op De Prairie is een sleutelnummer. Ik heb dat in Amerika geschreven. Onderweg naar Chicago luisterde ik naar Exile On Main Street van de Stones en dat klonk zo lekker man. Ik dacht: zoiets wil ik ook. Thuis heb ik Op De Prairie opgenomen samen met een drummer. Josephine en A28 kwamen daar achteraan. De toon was gezet. Ik heb ze live gespeeld met een band. Elektrisch, dat had ik in geen jaren meer gedaan.”

De huidige theatertour doet Lohues nog akoestisch en in zijn eentje. Maar daarna gaat hij los in de popzalen. “In de zomer ga ik een elektrische band beginnen, waar ik in het najaar een clubtour mee wil doen. Het theater is ongeschikt voor een elektrische band. De mensen willen daar luisteren. Met de Louisiana Bluesclub heb ik wel in theaters gespeeld, maar dat voelde niet goed. Ik heb daarvan geleerd.”

“Waar die drang naar elektrische muziek ineens vandaan komt? Ik zou het niet weten. Ik heb er gewoon zin in. Je kunt het ook zien als een saluut naar de lui die me geïnspireerd hebben. Stones, Rod Stewart & The Faces, The Doors, JJ Cale. In Van Hier Tot Tokyo hoor je die invloeden terug. Da’s toch mooi man. En denk eraan, als we elektrisch gaan spelen, dan gaat het hard. De broekspijpen moeten wapperen.”

Daniël Lohues theatertour: Steenwijk 15 en 16/3, Lochem 17/3, Ommen 23/3, Haaksbergen 24/3, Nunspeet 5/4, Meppel 6 en 7/4, Winterswijk 14/4, Almelo 24/4, Raalte 25/4, Zevenaar 26/4, Arnhem 9/5, Zwolle 12/5, Hengelo 18/5, Zutphen 24/5, Kampen 25 en 26/5, Deventer 31/5, Enschede 1/6, Nijmegen 7/6, Hardenberg 12/6.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *