Komend weekend beleeft Lowlands haar 24e jaargang. De hype rond het festival lijkt te zijn geluwd (net als vorig jaar is Lowlands niet uitverkocht), maar hoe kijken popprofessionals naar het ooit zo vernieuwende evenement?
Slechts een keer is hij niet geweest (“vanwege een knieblessure”), maar Frank Satink heeft verder alle edities bezocht. De programmeur van onder meer Dauwpop en Zwarte Cross heeft een bijzondere band met Lowlands. “Ik kan me nog herinneren dat ik in ’93 op Pinkpop een zwart-witte flyer met twee bejaarden voor een tent in de hand gedrukt kreeg. Het was de aankondiging van een nieuw evenement genaamd ‘A Campingflight To Lowlands Paradise’. De eerste twee namen die werden genoemd, waren mijn helden: The Ramones en Iggy Pop. The Ramones kwamen uiteindelijk niet, maar wel toffe, opkomende acts als The Verve en Smashing Pumpkins.”
Het was de start van een festival dat model zou komen te staan voor vele soortgenoten. “Lowlands was het eerste festival in Nederland dat uitgebreid aandacht besteedde aan sfeer en aankleding”, zegt Erik Delobel, goed voor ‘een keer of twintig Lowlands’ en programmeur van het Zwolse poppodium Hedon. “Lowlands kijkt verder dan alleen muziekprogrammering. Ik denk dat dit het startpunt is geweest om de beleving van een festival op de kaart te zetten.”
De organisator van het Bevrijdingsfestival in Zwolle, Niek van der Sprong (“Geen idee hoe vaak ik naar Lowlands ben geweest. Ik ga niet elk jaar.”), beziet het allemaal van een andere kant. “Als het gaat om innovaties, zoals het betalen met muntjes en het reguleren van afval, heeft Lowlands zich enorm ontwikkeld. Door de omvang is het verdienmodel echter een zeer belangrijke drijfveer geworden. Toch is de invloed van Lowlands groot: veel festivals hebben vooral het artistieke gedeelte overgenomen.”
Mano Scherpbier directeur van het Burgerweeshuis in Deventer (18 keer Lowlands): “Je telt tegenwoordig niet mee, als je festival niet mooi is aangekleed en je geen lekker eten hebt. Lowlands heeft ruim twintig jaar geleden de nieuwe standaard voor festivals bepaald.”
Muzikaal hebben er verschuivingen plaatsgevonden. “Ik hou zelf vooral van het hardere muziekwerk, waar in de eerste jaren veel van te vinden was. De laatste tien jaren is dat verminderd. Persoonlijk vind ik dat jammer, omdat veel vrienden om die reden het festival links laten liggen”, merkt Scherpbier op. “Professioneel gezien kijk ik er anders tegenaan. In die hoedanigheid vind ik het leuk om naar de kleine tenten te gaan om muziek/bands/dj’s te ontdekken die ik nog niet ken.”
Frank Satink: “De eerste jaren waren de ruigste. Met ‘foodfights’, grote vuren op de camping en bands die door het podium zakten. Er was een echte alternatieve line up. Begin jaren 2000 was de programmering wat minder. Sommige trouwe bezoekers haakten daarom af, maar sinds vorig jaar heeft Lowlands de scherpe lijn weer gevonden. 2014 vond ik inhoudelijk de minste editie. Die van vorig jaar en dit jaar zijn alweer veel beter.”
“Lowlands heeft zich van relatief klein en alternatief ontwikkeld naar snel groeiend met een uitgebreid randprogramma (theater, politiek, cultuur). Er kwam ook een nachtprogrammering bij, waardoor het profiel van de festivalbezoeker steeds breder is geworden. Ik denk dat het voor de organisatie steeds een zoektocht naar de juiste balans is. Er staat mij een editie bij dat er veel danceacts waren geprogrammeerd”, aldus Erik Delobel.
Hij ziet dit jaar uit naar Sigur Rós, Oscar & The Wolf, Whitney en Thee Oh Sees. De laatste naam, een hyperenergieke garagerockband uit San Francisco, staat ook op het lijstje van Frank Satink. Hij voegt daar de Engelse hardcore punk van Frank Carter & The Rattlesnakes en de Canadese dj/producer Kaytranada aan toe. Daar is Mano Scherpbier straks ook te vinden. Niek van der Sprong doet het wat kalmer aan en gaat in ieder geval kijken naar de singer/songwriter Tom Odell.
Lowlands: vrijdag t/m zondag 19, 20 en 21 augustus.