Loading...
Recensies

Bryan Ferry en Motörhead: zoek de verschillen

Bryan Ferry
Bryan Ferry

Het was me het weekje wel. Twee iconen uit de rockhistorie brachten een bezoek aan Nederland. En hoewel de verschillen tussen de beide smaakmakers vooraf onoverbrugbaar leken, wierpen naarmate de conclusies konden worden getrokken, de overeenkomsten hun schaduw steeds nadrukkelijker vooruit. Bryan Ferry, de elegantie ten top en Lemmy Kilmister, held van de onderwereld, konden aan het eind van de week elkaar verrassend genoeg de hand schudden.

Generatiegenoten zijn het. Sterker: beiden zijn in ’45 geboren en opgegroeid in het naoorlogse Engeland. Via de kunstacademie maakte de één naam met zijn baanbrekende artrockband Roxy Music, de ander rommelde als roadie van Jimi Hendrix de muziekwereld in, om daarna met Hawkwind en later Motörhead de decibelmeters te doen exploderen. Nu staan ze, allebei op weg naar hun zeventigste levensjaar, prominent in concertagenda. De één in de met zetels uitgeruste Heineken Music Hall, de ander in de betonnen bak die IJsselhal heet. Een cultuurclash ligt op de loer, deze derde week in november.

Met een vliegende vaart snelt Bryan Ferry door eerste nummers van zijn setlist heen. Het is een overdonderende mix van Roxy Music materiaal en solonummers. Re-Make/Re-Model, Ladytron en If There Is Something, alle drie afkomstig van het innovatieve debuutalbum van Roxy Music, omlijsten succesvolle solotracks als Kiss And Tell en Slave To Love. Ferry heeft een magnifieke band om zich heen verzameld die wel raad weet met het complete oeuvre van Bryan Ferry en Roxy Music. Ook Loop Di Li en Driving Me Wild, twee songs van Ferry’s nieuwste album Avonmore, gedijen perfect in de zinnenprikkelende atmosfeer die met gewaagde instrumentaties in Stronger Through The Years en Take A Chance With Me steeds ijler wordt.

Motörhead
Motörhead

In dat opzicht zijn de prestaties van Motörhead een stuk voorspelbaarder. Damage Case, Stay Clean en Metropolis staan al sinds jaar en dag op de liedlijst. En dat Lemmy en co. eindigen met Ace Of Spades en Overkill mag ook geen verrassing heten. Zorgelijk is echter de broze conditie van Ian Fraser Kilmister (Lemmy’s ware naam). De uitgemergelde en uitgeputte veteraan teert zichtbaar op zijn reserves en het lijkt of iedere noot die hij produceert de laatste kan zijn. Het contrast met de charismatische en sierlijke Bryan Ferry is groot, maar op vocaal vlak zijn de heren elkaars gelijke. Natuurlijk is Lemmy nooit een zoet zingend nachtegaaltje geweest, maar dit krachteloze gedoe is ronduit gênant. Ferry bevindt zich echter in hetzelfde schuitje, want goeie genade, wat moet ook hij zich naar het eind van het optreden slepen. Halverwege dienen zich serieuze stemproblemen aan, waardoor de backing vocals in toenemende mate zijn partijen moeten overnemen. Let’s Stick Together, Jealous Guy en Virginia Plain blijven door hun toedoen nog enigszins overeind.

Is dit allemaal nog verkopen? Kun je het de artiesten nog aan doen? Wanneer is het moment daar om te zeggen: oké, het is mooi geweest? Pele, Maradonna en Johan Cruijff voetballen toch ook niet meer? Beide heren zouden eens diep in de spiegel moeten kijken en zich afvragen of het afbreken van een grootse reputatie wel zo verstandig is.

Bryan Ferry, Heineken Music Hall Amsterdam 18/11/2014

Motörhead, IJsselhallen Zwolle 20/11/2014

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *