Loading...
Interviews

Donkere energie van The Cult kleurt Dauwpop

The Cult

The Cult

Met The Cult heeft Dauwpop eindelijk weer een echte, stoere headliner binnen de poort. Zanger Ian Astbury ziet uit naar het optreden. Jammer alleen, dat Dauwpop een zomerfestival is. “The Cult is een echte band voor de winter. Of herfst, mag ook. Wij maken geen feelgoodmuziek, hebben geen zomerhits. Onze nieuwe plaat, die in oktober zal uitkomen, klinkt donkerder dan ooit. Tja, spelen op een zomerfestival waar het altijd zo lang licht blijft, is een beetje vreemd voor ons. Maar maak je geen zorgen, we gaan er volop tegen aan daar in Hellendoorn”, verzekert de 49-jarige frontman van de Britse rockband.

Het blijft een ongrijpbare band, The Cult. Ooit opgericht in het regenachtige, Engelse Bradford, nu residerend  in zonnige Los Angeles. Ups en downs kenmerken het bestaan van de mystieke en occulte band. Er waren ruzies en personeelswisselingen, maar uiteindelijk bleek het tandem Astbury en gitarist Billy Duffy hechter dan verwacht. “The Cult is ons kind”, beaamt Astbury. “Er is in die dertig jaar een hoop  gebeurd, maar we hebben veel geleerd. Ervaring, dat is misschien het grootste verschil tussen The Cult van toen en nu. We maken nu betere keuzes, zijn gegroeid als artiesten. Als je twintig bent is het leven in een rockband een en al opwinding en adrenaline. Nu heeft dat plaats gemaakt voor diepgang en diversiteit.”

Met de albums Love (’85) en Sonic Temple (’89) boekte The Cult grote successen, zowel in Europa als in de Verenigde Staten. She Sells Sanctuary en Fire Woman werden wereldwijde hits. Midden jaren negentig was het gedaan met The Cult. Soloprojecten volgden en in 2002 dook Astbury zelfs op als stand-in van Jim Morrison door samen met Ray Manzarek en Robby Krieger het hippie-icoon The Doors nieuw leven in te blazen.

“Ik heb altijd mijn filters opgehouden”, vertelt Astbury. “De optredens met The Doors waren fantastisch, maar ook de samenwerking met de Japanse band Boris was interessant. Of met Slash. Of UNKLE, een sciencefiction-achtig dj-duo. Zij maken gebruik van voorgeprogrammeerde breaks en beats en dat intrigeert me. Nee, met The Cult zullen we dat nooit doen. The Cult is een organische band, gebaseerd op traditionele instrumenten. Wij zijn geen Kraftwerk of Joy Division.”

Vijf jaar geleden werd The Cult voor een tweede keer heropgericht, met naast Astbury en Duffy, John Tempesta (drums), Chris Wyse (bas) en Mike Dimkich (gitaar). “Yeah man, dit is onze meest consistente line up”, lacht Astbury. “Maar serieus, we moesten weer helemaal opnieuw beginnen.” Er verscheen een nieuwe plaat, Born Into This. Bovendien kregen de nieuwe media greep op de band.

“We hebben een tweetal ‘capsules’ uitgebracht. Dat is hét format van de 21e eeuw. Het zijn multimediale pillen die je inneemt via internet. Onze tweede capsule bevat twee nieuwe en twee live opgenomen songs.  En een film.” Het enthousiasme spat van Astbury’s metafoor af. “Het is een razendsnelle manier van communiceren: je neemt ’s morgens een track op en ’s avonds zet je het op internet. Vergelijk dat eens met het trage proces van een plaatproductie. Dat duurt maanden, misschien een jaar. Tegen de tijd dat zo’n album uitkomt is ie al achterhaald.” Op de videoclip is de song Black Angel te zien. “Nee man, dat is geen videoclip, het is een film”, protesteert Astbury. “Videoclip, dat klinkt zo jaren tachtig. MTV, die tijd. Bedoeld om plaatjes te verkopen. Dit is van een andere orde. De opnames zijn gemaakt door onze manager tijdens een repetitie. Het is een integer beeld.”

Ondanks die spannende ontwikkelingen zal er dus een nieuw, traditioneel album van The Cult verschijnen. “Ja, onze fans willen gewoon een plaat met twaalf nieuwe tracks erop. Soms is het goed om naar je publiek te luisteren.” Embers en Until The Night Takes Us, de twee nieuwe liedjes op de capsule, zullen worden gespeeld op Dauwpop. “In het verleden hadden we een echte festival-setlist. We waren een levende jukebox die de greatest hits afdraaide. Dat willen we niet meer, het voelde niet goed. Daarom gaan we het festivalpubliek confronteren met nieuw songmateriaal. Fire Woman doen we niet meer. Het is door het vele spelen de nek omgedraaid. She Sells Sanctuary staat wel op de lijst. Dat blijft een wonderlijk nummer, weet je. Optimistisch, eeuwig fris. Er zit zoveel energie in. Net als in The Cult.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *